Sinds de invoering in 2014 van passend onderwijs in het mbo ontvangen Balans en de NVA regelmatig klachten van studenten en ouders. Daarom riepen beide organisaties betrokkenen deze zomer op om hun ervaringen te melden. Hierop kwam in zeer korte tijd veel respons.
Alle reacties zijn deze week gestuurd naar de Vaste Kamercommissie van onderwijs, samen met een brief waarin is aangeven wat er volgens de organisaties moet gebeuren. De brief is mede-ondertekend door Vanuit Autisme Bekeken, een coalitie van mensen die streven naar een inclusieve samenleving en door PAS, de Vereniging Personen uit het Autisme Spectrum.
De meest voorkomende klachten zijn: gebrek aan begeleiding in de klas en tijdens de verplichte stages, gebrek aan kennis over beperkingen bij docenten, beloften op het gebied van ondersteuning die niet worden nagekomen en pogingen om studenten met een beperking te ontmoedigen een mbo-studie te beginnen of te vervolgen.
Het is opvallend dat deze klachten voor een groot deel overeenkomen met de conclusies van het eerder dit jaar in opdracht van het ministerie van Onderwijs verschenen Sectorrapport mbo van het onderzoeksbureau KBA Nijmegen.
Dit zijn de belangrijkste conclusies, aangevuld met informatie over wat er volgens de NVA en Balans moet gebeuren.
- Vooral leerlingen afkomstig uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) lopen vast in het mbo. Er is op dit moment onvoldoende begeleiding voor deze zeer kwetsbare groep studenten, bijvoorbeeld op de gebieden structuur, plannen & organiseren en studievaardigheden. Balans en de NVA vragen om extra begeleiding voor alle uit het vso (en het praktijkonderwijs) afkomstige studenten in het mbo.
- Voor studenten met een beperking is het vaak extra moeilijk om een stageplaats te bemachtigen. Lukt dit wel, dan blijkt er bij het stagebedrijf vaak onvoldoende kennis te bestaan over beperkingen als autisme, ADHD of dyslexie. Dit leidt op de werkvloer tot denigrerende opmerkingen als: ‘Wij doen hier niet aan autisme.’ Deskundige begeleiding vanuit de mbo-opleiding – van zowel student als stagebedrijf – ontbreekt doorgaans. Balans en de NVA vragen om meer capaciteit bij mbo‐instellingen voor deskundige stagebegeleiding, zowel van studenten als van leerwerkbedrijven.
- Ondanks het dit studiejaar ingevoerde toelatingsrecht in het mbo (dat de meeste mbo-scholen verplicht om iedereen toe te laten met de juiste vooropleiding), blijkt een aantal opleidingen nog altijd een ontmoedigingsbeleid te voeren. Zo schrijft een moeder van een dochter met ADHD en autisme: ‘Vorige week is mijn dochter op het laatste moment afgewezen door een mbo-opleiding. Ze zou niet goed kunnen schakelen omdat ze met mensen moet gaan werken.’Balans en de NVA willen dat studenten met een beperking in het mbo écht een eerlijke kans krijgen om te laten zien wat ze kunnen. Vooroordelen ‐ bijvoorbeeld dat mensen met autisme onmogelijk in de zorg kunnen werken ‐ moeten worden bestreden.
- Beloften op het gebied van extra ondersteuning worden lang niet altijd nagekomen, zelfs niet als ze zijn opgenomen in de onderwijsovereenkomst. Voor een groot deel komt dit door gebrek aan kennis van de beperkingen bij de ‐ veelal uit het werkveld afkomstige ‐ docenten. Een ouder schrijft bijvoorbeeld: ‘Onze dochter (ADD, dyslexie en dyscalculie) is onnodig belast met uren en uren achter de computer in een overvolle, drukke klas. Onnodige toetsen en gewoon niet geloven dat het echt bestaat: dyscalculie.’ Balans en de NVA vragen om meer scholing van docenten op het gebied van onderwijs aan studenten met een beperking.