De advocaat van Zoran neemt namens hem contact op met de Kinderombudsman. Ze vinden dat dat Zoran een maand te lang heeft vastgezeten en LJ&R in de zomerperiode niets heeft gedaan om uit te zoeken wie Zoran precies was, waar zijn familie was en of hij misschien het slachtoffer was van kinderhandel. In het onderzoek wordt LJ&R gevraagd om een reactie op de klachtformulering en hun visie op de zaak. Ook heeft de Kinderombudsman via de advocaat vragen gesteld aan Zoran. Vervolgens is de klacht aan de hand van het Kinderrechtenverdrag beoordeeld.
Klacht gegrond
De Kinderombudsman stelt na onderzoek dat Zoran gelijk heeft en de klacht dus gegrond is. LJ&R heeft zich hard ingezet voor Zoran, maar in de zomermaand is er niets gebeurd om duidelijkheid te krijgen over zijn situatie. Zoran zat alleen in Nederland, zonder dat hij de taal sprak en wist wat er ging gebeuren. LJ&R heeft er in die maand niet aan gewerkt om er voor te zorgen dat Zoran weer zo snel mogelijk vrij kwam. En dat hadden ze wel moeten doen, zo volgt uit het Kinderrechtenverdrag.