In het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen de behoeften van pleegkinderen en de maatregelen uit het Actieplan Pleegzorg. Dit actieplan is in 2017 van start gegaan om de kwaliteit van de pleegzorg in Nederland te verbeteren. Omdat de stem van pleegkinderen in het plan onvoldoende is meegenomen, besloot de Kinderombudsvrouw om kinderen zelf te vragen hoe zij de pleegzorg ervaren, welke knelpunten zij zien en hoe deze volgens hen moeten worden aangepakt.
Aantal knelpunten aangepakt
Uit de vergelijking blijkt dat verschillende knelpunten die pleegkinderen ervaren met het actieplan worden aangepakt. Bijvoorbeeld rond de onzekerheid die zij ervaren door de vele doorplaatsingen en de onduidelijkheid over hun toekomst. Ook is er in het actieplan aandacht voor de ontevredenheid over pleegouders en de voorkeur van pleegkinderen voor een pleeggezin boven een instelling of een woongroep. ‘Er worden goede stappen gezet om de pleegzorg te verbeteren. Ik hoop dat pleegkinderen snel de effecten van deze plannen ervaren,’ aldus de Kinderombudsvrouw.
Goed netwerk en contact met familie
Pleegkinderen noemen ook knelpunten die niet in het actieplan staan. Uit het onderzoek blijkt dat zij zich zorgen maken over hun toekomst. Pleegkinderen hebben behoefte aan een goed netwerk waar zij ook na het eindigen van de pleegzorg op verder kunnen bouwen. Ook willen ze graag contact houden met biologische broers, zussen en andere familieleden. Hiervoor is nu te weinig aandacht.
De stem van pleegkinderen
De Kinderombudsvrouw wil dat de knelpunten die nu ontbreken in het actieplan alsnog aangepakt worden. Ze vraagt de verantwoordelijke minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Dekker voor Rechtsbescherming om dit te onderzoeken. Ook roept ze de ministers op om de stem van kinderen voortaan in alle plannen die hen aangaan mee te nemen. ‘De stem van kinderen is cruciaal bij het ontwikkelen van acties die het leven van deze kinderen moet verbeteren,’ aldus de Kinderombudsvrouw.
Het onderzoek
Voor het vergelijkende onderzoek is gesproken met zeventien pleegkinderen en zes pleegouders. Ook zijn data van de vragenlijst uit de Kinderrechtentour 2018 meegenomen. Van de ruim 1700 kinderen die de vragenlijst hebben ingevuld, hebben twintig kinderen aangegeven in een pleeggezin te wonen.