Het aantal van 130 Nederlandse kinderen dat uit misbruiksituaties is gehaald, komt overeen met het gemiddelde van de afgelopen jaren, vertelt een politiewoordvoerder. ,,Sommige jaren zijn het er wat minder, maar er waren ook jaren dat het er wat meer waren. Dat heeft te maken met grote zaken, zoals die rond Robert M. Het jaar dat hij werd gepakt, werd zoveel beeldmateriaal gevonden dat het er dat jaar meer waren.”
Wat ook niet in de cijfers te zien is, zijn de buitenlandse kinderen die de Nederlandse politie op het spoor komt. ,,Dat geven we dan door aan bijvoorbeeld België, Duitsland of Frankrijk, maar die kinderen komen niet in onze statistieken terecht.”
Ruim honderd van de vorig jaar opgepakte verdachten hebben vermoedelijk zelf kinderporno gemaakt. De overige verdachten zouden alleen materiaal hebben verspreid of gedownload.
Dat het aantal meldingen zo fors is gestegen, komt met name door het groeiende aanbod van kinderporno op internet en door een betere herkenning van het materiaal. Veel meldingen komen uit de Verenigde Staten, waar technologiebedrijven bij ontdekking van kinderporno in hun systemen melding hiervan moeten doen bij het National Centre for Missing and Exploited Children. Deze meldingen worden vervolgens doorgegeven aan de betrokken landen.
Techbedrijven kunnen volgens de politie meer doen om verspreiding van kinderporno tegen te gaan. Sommige bedrijven doen volgens de politie hun best dergelijk materiaal snel te verwijderen, terwijl andere vrijwel niets doen. De politie wil dat de branche op dit punt beter gereguleerd wordt en gaat daarom met het ministerie van Justitie en Veiligheid met de sector praten over maatregelen.