In jeugdzorgregio Flevoland kwamen 36 van elke 10 duizend minderjarigen in contact met slachtofferhulp vanwege een geweldsdelict. In de regio’s Rijnmond en Zaanstreek-Waterland waren dit er 32. In Friesland, Midden-Limburg West en de Achterhoek ondersteunde SHN minder dan 13 van elke 10 duizend minderjarigen.
Voor slachtofferhulp na zedendelicten komen de hoogste aantallen verzoeken, 8 tot 10 per 10 duizend minderjarigen, vanuit jeugdzorgregio’s Midden-Limburg West, Midden-Brabant en Noord Limburg. In de regio’s Achterhoek, Twente en Arnhem ging het om minder dan 2 per 10 duizend minderjarigen.
4 op 10 ondersteunde slachtoffers zedendelict onder 18
Vier op de tien personen die vanwege een zedendelict in contact kwamen met SHN waren minderjarig. Bij geweldsdelicten was 13 procent van de cliënten minderjarig. In totaal vonden bijna 9 duizend minderjarige slachtoffers van een gewelds- of zedendelict, of hun naasten, hun weg naar slachtofferhulp.
De meeste slachtoffers worden door de politie in contact gebracht met Slachtofferhulp, maar een deel neemt op eigen initiatief contact op of via andere instanties zoals de kinderbescherming of het maatschappelijk werk.
Huiselijk geweld bij volwassenen
Bij minderjarigen die vanwege een gewelds- of zedendelict in contact kwamen met SHN was in 1 procent van de gevallen ook sprake van huiselijk geweld. Van de meerderjarige gebruikers van slachtofferhulp had 5 procent te maken met huiselijk geweld.