Sinds de invoering van passend onderwijs zijn scholen verantwoordelijk om leerlingen met bijvoorbeeld ADHD, autisme of een chronische ziekte, extra ondersteuning tegen geven door een passende onderwijsplek aan te bieden. Om die kinderen die plek te bieden, werken scholen in georganiseerde samenwerkingsverbanden, maar in de praktijk blijkt dat de scholen nog te terughoudend zijn om zich te specialiseren. Een deel van de leerlingen loopt daardoor die specialistische ondersteuning mis.
Volgens de Onderwijsraad moeten de samenwerkingsverbanden een actievere rol spelen om alle leerlingen in hun regio een passende plek te bieden. Scholen moeten zich meer specialiseren in een bepaald type beperking.
Ook zou er in de onderwijspraktijk een negatief beeld zijn van passend onderwijs. Om de betrokkenheid en het draagvlak te vergroten, zullen de schoolbesturen, leraren en besturen daarom de doelen voor passend onderwijs verder moeten invullen. Ook moet binnen de schoolteams en op de lerarenopleidingen meer aandacht worden besteed aan passend onderwijs.