Nederland telt volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek 421.000 kinderen in gezinnen met een laag inkomen, dat is één op de acht kinderen. Van hen groeien 131.000 kinderen op in een gezin waarin het inkomen langdurig laag blijft. Ze lopen het risico dat ze onvoldoende eten en kleding krijgen en ook sociaal buitengesloten worden, omdat ze niet kunnen deelnemen aan sporten of een schoolreisje.
De twee organisaties willen dat kinderen beter worden gehoord. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het armoedebeleid en ze zijn verplicht kinderen te betrekken bij de vorming van het beleid. In de praktijk doet echter nog geen 5 procent van de gemeente dat, waarbij de gehoorde kinderen bovendien vaak niet uit armoedige omstandigheden komen.
In Nederland hebben kinderen niet zelfstandig toegang tot de sociale zekerheid, maar zijn ze daarvoor afhankelijk van hun ouders. Dat moet volgens Defence for Children en Save the Children veranderen.
Kinderen die extra kwetsbaar zijn, zoals vluchtelingenkinderen, jongeren in de jeugdhulp of kinderen met een handicap, moeten extra bescherming krijgen. De organisaties wijzen specifiek op kinderen op de Antillen, waar duidelijk meer armoede heerst dan gemiddeld in Nederland.
Kinderen die opgroeien in armoede lopen later een twee keer zo hoog risico om opnieuw in armoede terecht te komen.