Dit schrijft de Kinderombudsman in een reactie op het voorstel Wijziging van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Minister Schultz van Haegen wil de huidige regeling aanpassen zodat huishoudens na afsluiting niet direct zonder drinkwater komen te zitten. Zij stelt voor om drinkwaterbedrijven te verplichten huishoudens voorafgaand aan een afsluiting waterzakken te verstrekken, zodat zij een voorraad voor vier dagen kunnen aanleggen à 3 liter water per persoon per dag. Dit Kinderombudsman vindt dit echter geen alternatief voor water uit de kraan.

Recht op water

De Kinderombudsman juicht toe dat huishoudens niet direct verstoken zijn van water, maar stelt dat in het voorstel onvoldoende rekening is gehouden met de rechten en belangen van kinderen die van water worden afgesloten. Volgens het Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) moet het belang van het kind bij besluitvorming altijd een eerste overweging zijn (art. 3 IVRK), hebben kinderen recht op toereikende levensstandaard (art. 27), recht op gezondheid (art. 24). Een toereikende levensstandaard begint bij het voorzien in materiële basisbehoeften zoals huisvesting, voedsel en kleding en uiteraard ook water. Voor goede hygiëne hoort water ook bij  het recht op gezondheid.

Armoede

De Kinderombudsman vindt het daarnaast belangrijk om de afsluiting van water in een breder verband te plaatsen van kinderen die leven in armoede. Afsluiting van water, maar ook van gas en licht of een huisuitzetting, zijn gebeurtenissen die grote invloed hebben op het leven kinderen in armoede. Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen armoede en achterstanden van kinderen, bijvoorbeeld op school. Een kind is per definitie kwetsbaar omdat het voor zijn welzijn en ontwikkeling afhankelijk is van volwassenen. Een kind in armoede is bijzonder kwetsbaar omdat armoede op verschillende manieren zijn ontwikkeling kan belemmeren. Toegang tot voldoende water hoort daarom niet alleen bij het recht op een adequate levensstandaard en gezondheid maar ook bij een stabiele, zekere basis die nodig is voor gezonde en optimale ontwikkeling (art. 6 IVRK).

Kwetsbaar

De minister stelt dat er een prikkel nodig is voor huishoudens om de schuld bij het waterbedrijf te betalen. De Kinderombudsman begrijpt dat burgers voor water moeten betalen, maar ziet ook de plicht van de overheid om de rechten en belangen van kinderen te borgen. Wanneer de ouders van kinderen niet in staat zijn om een toereikende levensstandaard van kinderen te garanderen, is de overheid verplicht ouders te ondersteunen of maatregelen te treffen. Daarom roept de Kinderombudsman de overheid op kinderen per definitie aan te merken als kwetsbaar en huishoudens met kinderen niet af te sluiten. Daarnaast vraagt de Kinderombudsman de overheid te investeren in armoedebestrijding, de preventie van schulden en toegankelijke schuldhulpverlening.

De Kinderombudsman doet op dit moment onderzoek naar kinderen die opgroeien in armoede. De resultaten worden in het najaar bekend gemaakt.