Volgens Marcia Albrecht, die zich voor Fier bezighoudt met de intake van cliënten in de Rotterdamse regio, is het omgekeerde van vorig jaar aan de hand. Toen klopten bij de organisatie zo’n veertig veelal jonge vrouwen aan voor een plekje in de crisisopvang. De belangstelling was zelfs zo groot dat er een wachtlijst was. “Die is er nu niet. Je zou kunnen zeggen: mooi, de loverboyproblematiek bestaat niet meer. Niets wijst daar echter op.”

Specialistisch

Fier is een van de weinige instellingen in ons land die specialistische opvang en behandeling biedt aan meiden van 12 tot 23 jaar die door loverboys in de prostitutie zijn beland of daarin terecht dreigen te komen. In Rotterdam heeft de organisatie een opvang en behandelvoorziening die plaats biedt aan tien meiden. De (vrijwillige) behandeling, waarbij de slachtoffers onder meer via begeleiding, sport en onderwijs worden geholpen zich weerbaarder op te stellen, duurt 9 tot 12 maanden.

Fier-directeur Linda Terpstra heeft wel een vermoeden waarom lokale hulpverleners slachtoffers van loverboys niet meer doorverwijzen naar haar organisatie. De oorzaak daarvan is volgens haar de verandering in de jeugdzorg, die sinds begin dit jaar een taak is van gemeenten.

“Het systeem is nu zo dat gemeenten aan het begin van het jaar een contract afsluiten met bestaande lokale zorgaanbieders. Ze verwijzen veelal hiernaartoe, aangezien voor die zorg tóch al is betaald. Specialistische hulp inhuren kost extra geld. De gemeenten hebben weliswaar budget gereserveerd voor de inkoop van specialistische zorg, maar dat wil niet per se zeggen dat dit geld ook wordt uitgegeven.”

Specialisme

Terpstra vervolgt: “Uit kostenoogpunt begrijp ik de gemeenten. Alleen is de reguliere opvang niet altijd toegerust om deze meiden de ondersteuning en behandeling te bieden die ze nodig hebben.” Ze trekt een vergelijking tussen Fier en het Brandwondencentrum in Beverwijk. “Dat is ook gespecialiseerd in één soort zorg. Niemand die zegt: laten we dat sluiten en overlaten aan het streekziekenhuis.”

Leefbaar Rotterdam en de ChristenUnie/SGP eisten eerder al van het stadsbestuur dat slachtoffers van loverboys onder geen beding in de reguliere crisisopvang mogen terechtkomen. De geringe vraag naar specialistische hulp kan er volgens Fier op duiden dat dit nu wel gebeurt. Jeugdzorg Rotterdam, een instelling die voorheen veel doorverwees naar Fier, zegt dat er niets is veranderd in het doorverwijsbeleid.