Hulpverleners en patiënten zijn met het manifest Lijm de Zorg een actie gestart om de jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Volgens de initiatiefnemers moeten de wachtlijsten en de bureaucratie worden aangepakt. Ook pleiten ze voor één landelijke helpdesk voor mensen die vastgelopen zijn in het systeem en voor goede behandelplekken voor mensen met complexe psychische problemen.
Lijm de Zorg roept het kabinet op de volle verantwoordelijkheid te nemen om de zorg voor kwetsbare mensen goed te organiseren en de meest urgente problemen aan te pakken. “Zo kan het niet langer. Net zoals Hugo Borst met succes een brede coalitie wist te verzamelen om de problemen in de ouderenzorg te adresseren, zo presenteren wij vandaag ons manifest met veel bondgenoten om te knokken voor betere hulp voor psychisch kwetsbare jongeren en volwassenen,” aldus initiatiefnemer Louis de Mast. “In een welvarend en beschaafd land moeten we deze groep fatsoenlijk kunnen opvangen.” Volgens de initiatiefnemers lopen de wachtlijsten en -tijden op. In de GGZ wachten nu 90.000 mensen op psychische hulp.
Het manifest krijgt ook steun vanuit de politiek. Kamerleden Lisa Westerveld (Jeugdzorg) en Wim-Jan Renkema (GGZ) van GroenLinks vinden dat jongeren en volwassenen met psychische problemen de dupe van het huidige zorgsysteem. Wachtlijsten, personeelstekorten en gebrek aan passende zorg leiden volgens deze politici tot “schrijnende en soms levensgevaarlijke situaties. Al jaren doen we voorstellen voor verbeteringen. Maar tot nu toe ontbrak het bij het kabinet aan urgentie”.
Vanuit de VVD in de Tweede Kamer komt er eveneens bijval. De Kamerleden Martin Wörsdörfer (Jeugdzorg) en Kelly Regterschot (GGZ) zeggen te veel verhalen uit de praktijk van wanhopige mensen te hebben gehoord, die van het kastje naar de muur worden gestuurd. Zij vinden volgens het tweetal nergens gehoor bij urgente problemen en hulpverleners bezwijken onder de administratieve ellende. “Wij nemen dit initiatief van onderop heel serieus en pleiten voor daden van dit kabinet in plaats van woorden.”