Voor kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel is het nodig dat er nu actie komt. Het gaat om kwetsbare kinderen waarvan de (kinder)rechter vaststelt dat het niet goed met ze gaat doordat ze bijvoorbeeld verwaarloosd of mishandeld worden of doordat ze strafbare feiten plegen. De verbeteringen die jeugdbeschermingsinstellingen en gemeenten in gang zetten, hebben effect op de langere termijn. Maar er is onvoldoende gebeurd voor de kinderen die nu een kinderbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel hebben en nog geen hulp krijgen. Een actiegerichte aanpak is nodig om deze groep kinderen tijdig passende hulp te kunnen bieden.
Dit schrijven de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid in een gezamenlijk rapport. Het is een vervolg op het rapport ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’ uit november vorig jaar.
Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd
De inspecties constateerden in november 2019 dat de overheid onvoldoende haar verantwoordelijkheid neemt om kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel1 te beschermen. Daarnaast zagen de inspecties structurele problemen die ervoor zorgen dat de jeugdbeschermingsketen enorm onder druk staat.
Hoe is het nu
De inspecties zien dat er voor de langere termijn verbeteringen in gang zijn gezet. Instellingen en gemeenten willen een structurele verbetering van de jeugdbeschermingsketen. En ook het kabinet kijkt naar de mogelijkheden om de jeugdbeschermingsketen structureel te veranderen. De inspecties begrijpen dat dit niet van vandaag op morgen kan.
Maar kinderen die nú hulp en bescherming nodig hebben, kunnen niet wachten op verbeteringen voor de lange termijn. Vorig jaar stelden de inspecties al vast dat deze kinderen te lang moeten wachten. Nu, bijna een jaar later, is de situatie voor deze kinderen nog niet verbeterd.
Voor instellingen die jeugdbeschermingsmaatregelen uitvoeren, is het moeilijk en vaak niet mogelijk om de kinderen en hun gezinnen te bieden wat ze nodig hebben. Er is te weinig personeel en er zijn onvoldoende goede plekken waar kinderen met ingewikkelde problemen terecht kunnen. Kinderen komen dan op een plek waar ze niet passen, of ze krijgen helemaal geen hulp en komen op een wachtlijst. Daarnaast hebben veel instellingen te maken met financiële onzekerheid en worden het Rijk en de gemeenten het niet eens over de financiering.
Doorbraak nu nodig
In mei 2020 waren er nog bijna 800 kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel zonder dat zij een (vaste) jeugdbeschermer hadden. Daarnaast zijn er kinderen met een jeugdbeschermer die toch lang moeten wachten op de juiste hulp. De inspecties verwachten dat er een doorbraak komt voor deze kinderen. Jeugdbeschermingsinstellingen kunnen dit niet alleen. Zij hebben de gemeenten nodig, omdat die verantwoordelijk zijn voor voldoende hulpaanbod. Zij hebben zorgaanbieders nodig die deze kinderen zonder vertraging de juiste hulp bieden. En de lokale teams kunnen een rol vervullen in het directe contact met het gezin. Alleen samen kunnen de partijen zorgen voor passende hulp aan kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Daarom spreken de inspecties het hele netwerk aan.
De inspecties volgen intensief of de doorbraak tot stand komt en daadwerkelijk leidt tot passende hulp. Als het nodig is, zullen de inspecties ingrijpen en handhaven.