Het CBP schrijft deze brief naar aanleiding van vragen over de rechtmatigheid van verstrekking van gegevens van jeugdige ggz-cliënten aan gemeenten voor de financiële afwikkeling en controle van declaraties. Volgens de Jeugdwet moeten jeugdhulpverleners zich aan een geheimhoudingsplicht houden. Gemeenten hebben gegevens nodig voor de financiële afwikkeling van en controle op de jeugdhulp. Bij gebrek aan een specifieke wettelijke regeling mogen jeugdhulpverleners deze gegevens nu vanwege hun geheimhoudingsplicht niet verstrekken, tenzij ze daarvoor toestemming van hun cliënt hebben. Die toestemming wordt op dit moment niet altijd gevraagd en is bovendien als structurele oplossing voor het rechtmatig verstrekken van gegevens onwenselijk omdat het zeer de vraag is of die toestemming wel altijd vrijwillig is gegeven en voldoende specifiek is.
Jeugdwet
In de gevallen waarin nu geen toestemming wordt gevraagd, verstrekken de jeugdhulpverleners deze persoonsgegevens aan de gemeente in strijd met hun beroepsgeheim. Bovendien is de verwerking van deze persoonsgegevens door de gemeente in deze gevallen onrechtmatig.
Uitwerking waarborgen
Het CBP wijst er ook op dat de overheveling van de jeugd-ggz naar gemeenten geen verslechtering van de aan cliënten geboden privacywaarborgen zou mogen inhouden. Dat is wel het geval als niet op landelijk uniforme wijze in nadere waarborgen wordt voorzien. Daarom is het ook nodig dat nader wettelijk wordt uitgewerkt wanneer welke gegevens voor de financiële afwikkeling van en controle op de jeugdhulp mogen worden verstrekt. Een dergelijke regeling ontbreekt vooralsnog, aldus het CBP.
Decentralisaties
Al eerder waarschuwde het CBP dat het in de praktijk lastig zou blijken om in alle gevallen een vereiste grondslag te vinden in de Jeugdwet en Wmo 2015 voor verwerking van persoonsgegevens in het sociaal domein. Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten belangrijke taken gaan uitvoeren op het gebied van jeugdzorg, werk en inkomen en de zorg aan langdurig zieken en ouderen.