Burgers zijn vanaf de eerste lockdown belangrijkere melders van huiselijk geweld geworden. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Voor het onderzoek zijn gedetailleerde gegevens van alle Veilig Thuis-regio’s gebruikt over het aantal meldingen, het aantal casussen, de melder en de vermoedelijke aard van het huiselijk geweld.

In 2020 waren er wel kleine verschuivingen te zien tussen de verschillende vormen van huiselijk geweld. Het aantal casussen waarin (ex-)partnergeweld en/of kindermishandeling voorkwam, nam over alle periodes toe. Dit was duidelijk zichtbaar tijdens de eerste lockdown: 68,1procent in 2020 versus 62,0 procent in dezelfde periode in 2019.

Het aantal casussen van geweld tegen ouders en ouderenmishandeling is in 2020 ongeveer hetzelfde, met een kleine toename in de eerste lockdown: 3,7 procent in 2020 versus 3,0 procent in dezelfde periode in 2019. De categorie andere problematiek en huiselijk geweld overig werd juist kleiner. Onder deze laatste groep vallen vormen van huiselijk geweld die niet in de andere categorieën passen, zoals geweld tussen broer en zus.

Melders

Het onderzoek laat grotere verschillen zien in wie de melding doet bij Veilig Thuis. Hoewel professionals nog altijd de belangrijkste melders zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling, zijn burgers vanaf de eerste lockdown belangrijkere melders geworden. Dit geldt met name voor buurtbewoners: 30,9% in 2020 versus 25,1% in 2019.

De landelijke campagne ‘Huiselijk geweld in Coronacrisis’ die er specifiek op gericht is buurtbewoners aan te sporen om actie te ondernemen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling, heeft mogelijk bijgedragen aan meer alertheid onder burgers. Ook lijkt de bereidheid onder burgers om huiselijk geweld te melden toegenomen, blijkens de toename van meldingen door buurtbewoners. Daarnaast kunnen COVID-19-maatregelen zoals thuiswerken en thuisblijven ertoe geleid hebben dat burgers vaker huiselijk geweld hebben gehoord of gezien en daardoor ook vaker een melding hebben gemaakt.

Tegelijkertijd hebben de maatregelen die de sociale contacten beperken er mogelijk voor gezorgd dat familieleden van directbetrokkenen (15,4% in 2020 versus 18,5% in 2019) en personen behorend tot het sociale netwerk van directbetrokkenen (8,4% in 2020 versus 11,6% in 2019) minder snel vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling hebben kunnen signaleren en melden.

Vervolgonderzoek

De onderzoekers richten zich in vervolgonderzoek ook op de mogelijke toename van de ernst van het geweld tijdens corona en op andere bronnen, zoals slachtofferdata. In maart 2022 verschijnt het onderzoek met de gegevens uit 2021.