Het lukt de rijksoverheid niet om nog dit jaar met gemeenten en aanbieders tot een akkoord te komen over hervormingen in de jeugdzorg. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) meldt dat de betrokken partijen er na veelvuldig overleg nog steeds niet uit zijn. Het loopt vast op geld. De bewindsman hoopte zelf dat de hoofdlijnen er voor Kerstmis zouden liggen maar “we hebben helaas langer nodig”, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. In januari gaan de gesprekken verder.
Wijzigingen zijn hard nodig
Ook donderdag was er nog urenlang overleg over de zogeheten hervormingsagenda jeugdzorg. Wijzigingen zijn nodig omdat de jeugdzorg is vastgelopen. Het personeelstekort is fors, de werkdruk hoog en de tarieven voor het geleverde werk zijn te laag. Professionals zijn veel tijd kwijt aan administratieve rompslomp en hebben vaak te veel cliënten onder zich, zodat ze eigenlijk te weinig tijd hebben voor hun begeleiding. De kwetsbare kinderen om wie het gaat en hun ouders krijgen daarom niet de goede zorg en ondersteuning. De wachtlijsten worden alleen maar langer met grote gevolgen als er niet tijdige hulp komt, zo waarschuwt ook de Kamer al tijden.
Gemeenten eisen meer geld
Volgens Van Ooijen liggen er “stevige voorstellen op tafel die grote impact hebben op betrokken partijen. Gebleken is dat daarover nadere gesprekken tussen het Rijk, gemeenten, aanbieders, professionals en cliënten nodig zijn.” Het pijnpunt zit met name tussen het Rijk en gemeenten, die nog geen overeenstemming hebben “over de financiële houdbaarheid.” Het Rijk geeft gemeenten sinds 2015 geld voor de jeugdzorg, maar zij zeggen dat ze er te weinig geld voor ontvangen, ook omdat de vraag naar jeugdzorg toeneemt.
Het kabinet wil besparingen inboeken, maar gemeenten willen eerst afwachten of de beoogde maatregelen inderdaad besparingen opleveren. Jeugdzorgaanbieders klagen juist dat gemeenten veel en uiteenlopende contractuele eisen stellen.