Op dit moment worden meer dan achthonderd alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) opgevangen op plekken die niet voor hen zijn bedoeld en waar ze amper begeleiding krijgen. Dat blijkt uit cijfers die het ANP heeft opgevraagd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ze worden ondergebracht in hotels of in (noodopvang)locaties voor volwassenen. Onder de ruim achthonderd amv’s zijn er 250 die al een verblijfsvergunning hebben.
Er is al tijden een tekort aan kleinschalige opvanglocaties voor amv’s, ondanks oproepen aan gemeenten om deze plekken te regelen. Vorig najaar oordeelde de rechter dat de opvang van alleenreizende asielkinderen tekortschiet, omdat ze door te weinig opvangmogelijkheden vaak in (noodopvang)locaties voor volwassenen terechtkomen. Die zijn grootschalig en onveilig voor hen. Bovendien is er nauwelijks begeleiding mogelijk.
Inmiddels demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) moest de opvang voor amv’s snel uitbreiden en verbeteren, maar dat is nog niet voldoende gelukt vanwege het bestaande grote tekort aan plekken voor asielzoekers. Hij noemt de opvang van amv’ers een groot probleem, ook omdat hun aantal nog steeds toeneemt. De afgelopen twaalf maanden kwamen er bijna 5000 in Nederland aan, van wie de helft uit Syrië. Ongeveer een kwart komt uit Eritrea of Somalië.
Amv’s hebben recht op begeleiding. Dat gebeurt via het Nidos, de organisatie die het voogdijschap uitvoert. Ze worden begeleid naar zelfredzaamheid, zodat ze op hun 18e zelfstandig kunnen wonen in een (eventueel gedeeld) huis, een asielzoekerscentrum of terug kunnen naar hun land van herkomst. Om de druk op de speciale jongerenplekken te verlichten, worden amv’s nu iets eerder in een gewoon azc geplaatst: als ze 17 jaar en 9 maanden oud zijn.