De vier grote gemeenten hekelen het uitstel van de invoering van de Wet inburgering met een half jaar. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag (G4) betreuren dat uitstel tot 1 januari 2022 en voorzien “grote consequenties”.
Uitstel is “schadelijk voor inburgeraars en daarmee ook voor de samenleving”, stellen de vier grote steden. Zij zeggen dat de “huidige groep inburgeraars op grote achterstand dreigt te raken in het huidige falende stelsel, waarbij zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun inburgering”. Volgens de G4 is uit vele onderzoeken gebleken dat ze die verantwoordelijkheid nog niet zouden aankunnen. “Ze zijn vaak overgeleverd aan dubieuze taalscholen, raken niet goed ingeburgerd en lopen mogelijk meer schulden op.”
De vier steden zeggen ontstemd te zijn door een brief van minister Wouter Koolmees (SZW) aan de Kamer over het uitstel. “Wij hebben als G4 juist alles op alles gezet om op 1 juli 2021 klaar te zijn en (weer) de regie te gaan voeren over de inburgering van asielstatushouders”, stellen de steden.
Uitstel van de Wet inburgering brengt volgens de G4 extra kosten met zich mee en “maakt dit probleem groter en zichtbaarder”. Zij willen met Koolmees om de tafel om te praten over de gevolgen, “zodat de rekening niet komt te liggen bij de gemeente en inburgeraar”, aldus de Haagse wethouder Bert van Alphen. Volgens hem is de groep inburgeraars die op achterstand komt gegroeid door de coronacrisis. Zo kunnen veel inburgeraars niet meekomen met de online taallessen en ook de participatiemogelijkheden zijn door de coronamaatregelen afgenomen.