Het kabinet roept gemeenten “met klem” op om bestaande opvangplekken voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) te behouden en nieuwe plekken te realiseren. Er is al lang veel te weinig opvang voor deze jonge asielzoekers en statushouders. Dat “is reden tot grote zorg”, omdat het om een kwetsbare groep gaat, schrijft asielminister Marjolein Faber mede namens collega Mona Keijzer van Volkshuisvesting in een brief aan de commissarissen van de Koning, provincies, gemeenten en corporaties.

Voor de amv’s zijn speciale opvanglocaties nodig, waar in ieder geval begeleiding aanwezig is. Meestal gaat het om kleinschaliger opvang. Voor amv’s met een verblijfsvergunning zijn ongeveer 3000 plekken nodig tot 1 juli volgend jaar, zo is de schatting van het Nidos, dat samen met het COA de opvang regelt voor jonge mensen. Maar op dit moment zijn er in de kleinschalige opvang 1720 plekken beschikbaar voor deze groep. Het Nidos denkt voor de tweede helft van 2025 nog meer passende opvangplekken voor jongeren nodig te hebben, namelijk 3500.

In de brief, die dateert van eind oktober en donderdag pas naar de Kamer is gestuurd, staat ook dat gemeenten voorlopig nog huisvesting moeten regelen voor statushouders. Het gaat hierbij om een deel van de vrijkomende sociale huurwoningen die ze moeten reserveren voor vluchtelingen. Deze voorrangsregel wil het kabinet afschaffen, maar zo ver is het nog niet want daar is een wetswijziging voor nodig.

Faber schrijft dat de taakstelling die de medeoverheden dit jaar opgelegd kregen dan ook overeind blijft. In het eerste halfjaar van 2024 ontstond een achterstand van 10.900 statushouders die een woning moeten krijgen in gemeenten. In de tweede helft van 2024 gaat het om 17.000 te huisvesten erkende vluchtelingen. Ook voor het eerste halve jaar van 2025 heeft Faber de taakstelling vastgesteld. Dan gaat het om 17.700 statushouders die een woning moeten krijgen.

De doorstroom naar woningen levert direct ruimte op in de centra waar asielzoekers hun procedure afwachten. Die zitten overvol met statushouders zodat nieuwe asielzoekers in duurdere, maar slechtere noodopvang zitten. Faber schrijft dat samen met Keijzers ministerie wordt gekeken naar de uitbreiding van tijdelijke huisvestingsmogelijkheden. Het kabinet streeft naar sobere doorstroomlocaties voor statushouders in de regio. Dat concept wordt verder uitgewerkt, aldus Faber.