Zorginstellingen hebben door een wetswijziging de mogelijkheid om van ‘lastige’ familieleden af te komen. In enkele gevallen is na de interventie van de instelling het contact tussen familieleden helemaal verbroken. Dat blijkt uit een onderzoek van Trouw, ‘De Monitor’ van KRO/NCRV en het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, mede namens De Groene Amsterdammer.
Zorginstellingen als verpleeghuizen en ggz-instellingen misbruiken volgens het onderzoek een wetswijziging uit 2014, terwijl die er juist voor moest zorgen dat mensen zonder familie iemand krijgen om hen te helpen.
Instellingen blijken de Wet wijziging curatele beschermingsbewind en mentorschap te gebruiken om financiële conflicten of onenigheid over de kwaliteit van de zorg te beslechten. Dat doen zij door zelf naar de kantonrechter te stappen met een verzoek familieleden te laten ontslaan als bewindvoerder of mentor van bijvoorbeeld een moeder met dementie of een zoon met een verstandelijke beperking, aldus het onderzoek. Volgens betrokkenen honoreren rechters het verzoek van de zorginstelling meestal, hoewel de wet erg zwaarwegende redenen eist om familie te passeren bij mentorschap of bewindvoering.
Volgens het onderzoek groeit de neiging van zorginstellingen om zelf te vragen om aanstelling of ontslag van een bewindvoerder of mentor van cliënten. In 2014 gebeurde dat 414 keer, inmiddels gaat het om 934 per jaar. Hoe vaak dit gebeurt tegen de zin van de familie, wordt niet geregistreerd.
Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) noemt volgens Trouw enkele voorbeelden die in het onderzoek naar voren komen ‘zorgelijk’. Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat weten “met de rechtspraak te bespreken hoe de betrokkenheid van de familie in de praktijk beter kan worden geborgd bij instellingsverzoeken en ontslag van de vertegenwoordiger”. Het ministerie zegt de in het onderzoek genoemde voorbeelden daarbij te betrekken.