De werkloosheid in Nederland is in november opnieuw onveranderd gebleven ten opzichte van een maand eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Afgelopen maand zat 3,7 procent van de beroepsbevolking zonder betaald werk, evenveel als in de voorgaande drie maanden. Het aantal WW-uitkeringen nam vorige maand wel af. Dat kwam vooral door minder uitkeringen vanuit het onderwijs.
In november hadden ruim 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar geen betaald werk. Naast 372.000 werklozen ging het om bijna 3,3 miljoen mensen die niet kortgeleden naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Over de afgelopen drie maanden groeide deze groep mensen buiten de beroepsbevolking volgens het CBS met gemiddeld 5000 per maand.
Het UWV verstrekte eind november 176.600 werkloosheidsuitkeringen. Dat zijn er 1,4 procent minder dan een maand eerder. In de sectoren onderwijs, zorg en welzijn en bank- en verzekeringswezen nam het aantal WW-uitkeringen het meest af. In het onderwijs was de gebruikelijke afname van het aantal uitkeringen volgens het CBS dit jaar wat later zichtbaar. Meestal neemt het aantal uitkeringen in het onderwijs af na de zomer, in september of oktober. In de sectoren landbouw, groenvoorziening en visserij, horeca en catering en cultuur nam het aantal uitkeringen toe.
De uitstroom uit werkloosheid nam volgens het CBS iets toe ten opzichte van drie maanden geleden, terwijl de instroom nauwelijks veranderde. Daardoor nam het aantal werklozen licht af met 1000 per maand. Het aantal werkenden nam toe, nadat het in het derde kwartaal juist iets afnam. Meer dan in voorgaande maanden traden mensen toe tot de arbeidsmarkt en vonden direct een baan, terwijl er minder mensen stopten met werken en de arbeidsmarkt verlieten.