De toeslagenaffaire heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat het financieringsstelsel voor kinderopvang veel minder complex moet worden. Het kabinet werkt daarom aan een zorgvuldige herziening van het kinderopvangstelsel, om de financiering eenvoudiger, voorspelbaarder en betaalbaarder te maken voor ouders. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft vandaag meerdere analyses naar de Tweede Kamer gestuurd over de verwachte impact van het nieuwe stelsel.
In deze analyses is gekeken naar de mogelijke effecten van de stelselherziening voor onder meer de administratie van ouders, arbeidsparticipatie, kansengelijkheid en de uitvoering. Het gaat om de door het ministerie van SZW gevraagde impact analyses over kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus (uitgevoerd door Waarborgfonds Kinderopvang), werknemers kinderopvang (uitgevoerd door Waarborgfonds Kinderopvang), ouders (uitgevoerd door D&B en Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag) en de gezamenlijke impact analyse van de uitvoeringsorganisaties DUO, Toeslagen, SVB en UWV. Daarnaast hebben het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau samen een maatschappelijke impact analyse gepubliceerd.
Zorgvuldige invoering
Het voornaamste doel van het nieuwe kinderopvangstelsel is het afschaffen van de complexe kinderopvangtoeslag en de invoering van een hoge vergoeding voor werkende ouders, los van het inkomen. Deze vergoeding gaat in de nieuwe situatie rechtstreeks naar de kinderopvangorganisaties, zodat ouders niet meer het risico lopen op hoge terugvorderingen. Ook moet het nieuwe stelsel bijdragen aan een goede start voor kinderen en zorgen dat het voor ouders meer loont om te werken. Dit is een grote stelselherziening, die vraagt om een zorgvuldige en geleidelijke invoering. Om die reden heeft het kabinet dit voorjaar besloten dat er meer tijd voor nodig is dan eerder voorzien. Na de zomer komt het kabinet met een hoofdlijnenbrief over hoe het nieuwe stelsel ingericht zal worden.