De Tweede Kamer heeft de voortgangsrapportage van het programma Wonen en zorg voor ouderen ontvangen. De VNG pleit daarbij voor een integraal woonbeleid en woonprogrammering waarin de opgave voor ouderenwoningen wordt meegenomen.
Complexe opgave
De vergrijzing is een steeds grotere uitdaging voor de samenleving. Overheden, de zorgsector en de bouw- en woonsector zijn hiermee aan de slag binnen het programma Wonen en zorg voor ouderen (Wozo). De verantwoordelijke minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, heeft samen met de minister voor Langdurige Zorg, Conny Helder, verantwoordelijk voor het gelijknamige programma WOZO, de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang.
Opgave integraal verwerken
De wettelijke plicht voor gemeenten om deze opgaven en visies vastgesteld te hebben, gaat naar verwachting in per 2026, uitgaande van vaststelling van de Wet versterking regie volkshuisvesting in 2023. Woonbeleid en woningbouwprogrammering hebben te maken met een schaarste aan bouwcapaciteit en locaties, daarom is het nodig om zorgvuldig af te wegen voor wie, wat en waar gebouwd wordt. Dat vraagt goede integrale analyses en visievorming.
Rekening houden met opgave andere doelgroepen
Minister De Jonge vraagt via de provincies om eind 2023 de bouwplannen voor ouderenwoningen regionaal afgestemd vast te leggen. Het deel van de gemeenten dat de opgave voor ouderenwoningen voor 2023 afrondt, moet daarbij rekening houden met de opgave die later nog volgt voor de andere doelgroepen. De andere gemeenten kunnen deze opgave meenemen in de woonzorgvisie voor aandachtsgroepen.
Meer informatie
Kamerbrief TK over Voortgang programma Wonen en zorg voor ouderen