Eind maart 2021 telde Nederland 433 duizend personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd met een algemene bijstandsuitkering. Dat zijn er bijna 12 duizend meer dan een jaar eerder. Voor het vierde kwartaal op rij zijn er nu meer bijstandsontvangers dan een jaar eerder. De toename was in het eerste kwartaal van 2021 relatief het sterkst onder jongeren. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers. Bijstandsgerelateerde uitkeringen, zoals die op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), die in maart 2020 is gestart vanwege de coronacrisis, zijn niet meegeteld.
Vooral onder jongeren relatief meer bijstand
In elke onderscheiden leeftijdsgroep waren er eind maart 2021 meer bijstandsontvangers dan een jaar eerder. Onder jongeren tot 27 jaar was de toename relatief het grootst. Het aantal bijstandsgerechtigden in deze leeftijdsgroep was ruim 3 duizend hoger dan een jaar eerder. Dit komt overeen met 9 procent. Zowel onder de 27- tot 45-jarigen als de 45-plussers kwam het relatieve verschil ten opzichte van een jaar eerder lager uit dan bij de jongeren. Bij de 27- tot 45-jarigen ging het om ruim 3 procent, bij de 45-plussers om iets meer dan 1 procent. In aantallen waren dat respectievelijk 5 duizend en iets minder dan 3 duizend bijstandsontvangers. Voor het derde kwartaal op rij zijn er in elke leeftijdsgroep meer bijstandsgerechtigden dan een jaar eerder.
Sterkere stijging onder personen met een migratieachtergrond
Ten opzichte van een jaar eerder waren er eind maart 2021 zowel meer bijstandsontvangers met een Nederlandse achtergrond als met een migratieachtergrond. Bij degenen met een migratieachtergrond was de toename ten opzichte van een jaar eerder wel sterker. De jaar-op-jaarstijging onder de bijstandsgerechtigden met een westerse migratieachtergrond bedroeg ruim 3 procent, onder degenen met een niet-westerse migratieachtergrond 4 procent. In aantallen ging het om respectievelijk ruim duizend en bijna 9 duizend. Bij de bijstandsontvangers met een Nederlandse achtergrond kwam de stijging uit op iets minder dan 1 procent, oftewel ruim duizend personen.
Meer instroom dan uitstroom
De verandering van het aantal bijstandsontvangers wordt bepaald door het verschil tussen de bijstandsinstroom en -uitstroom. De meest recente stroomcijfers hebben betrekking op het vierde kwartaal van 2020. In dat kwartaal stroomden ruim 27 duizend personen tot de AOW-leeftijd de bijstand in en bijna 21 duizend eruit. De uitstroom vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is hier niet meegeteld. In drie van de vier kwartalen van 2020 kwamen meer personen in de bijstand terecht dan er uitstroomden. Alleen in het derde kwartaal van 2020 had de uitstroom de overhand. De uitstroom in het derde kwartaal is doorgaans hoger dan in de andere kwartalen van een jaar.