Gemeenten die het inkomen meewegen van inwoners die huishoudelijke hulp via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) willen, worden door staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) ongemoeid gelaten. Zijn voorganger, Hugo de Jonge, dreigde vorig jaar juli nog met ingrijpen bij gemeenten die dat doen.
Deze gemeenten overtreden weliswaar de Wmo 2015, waar de huishoudelijke hulp onder valt, stelt Van Ooijen, maar hij ziet geen “toegevoegde waarde” om in te grijpen. “De strijdigheid met de wet staat immers vast”, schrijft de staatssecretaris aan de Kamer. Hij wil gemeenten “de ruimte geven hun lokale beleid in overeenstemming te brengen met het wettelijke kader.”
Bovendien vindt hij het “ongebruikelijk om bestuurlijk in te grijpen” als tegen een besluit van een gemeente, zoals de afwijzing van een aanvraag voor huishoudelijke hulp, bezwaar en beroep kan worden aangetekend. Toenmalig zorgminister De Jonge dreigde vorig jaar juli de Wmo-verordeningen van Krimpen aan den IJssel en Leusden ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen, omdat de Wmo 2015 het niet toestaat inkomen van aanvragers mee te wegen. In die verordeningen van beide gemeenten staat dat het inkomen wel wordt meegewogen bij een aanvraag voor huishoudelijke hulp.
Onder meer Krimpen aan den IJssel en Leusden doen dat sinds vorig jaar. Deels uit protest tegen de huidige eigen bijdrageregeling en deels om hiermee stijging van het aantal aanvragen te beteugelen, zodat het beschikbare en schaarse geld kan worden besteed aan kwetsbare mensen die de ondersteuning nodig hebben, maar niet zelf kunnen betalen.
De huidige eigenbijdrageregeling is tegen de zin van gemeenten door het vorige kabinet ingevoerd. Het gaat om het zogeheten Wmo-abonnementstarief; een vaste eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand, ongeacht de hoogte van het inkomen van de aanvrager van een Wmo-voorziening. Tot die tijd werd de hoogte van de eigen bijdrage bepaald op basis van het inkomen. Dit kabinet wil per 2025 een eerlijkere eigen bijdrageregeling invoeren. Het is nog onbekend hoe deze eruit gaat zien.