Om te voorkomen dat mensen afhankelijk worden van een speciale toeslag om rond te komen, moeten uitkeringen opgehoogd worden naar het sociaal minimum. Die oproep doet uitkeringsinstantie UWV in haar zogenoemde knelpuntenbrief. Het ‘gezinsinkomen’, het gezamenlijke inkomen van de uitkeringsontvanger en andere personen in het huishouden, moet dan ook geen invloed meer hebben op de hoogte van de uitkering.
Het gaat om de zogenaamde toeslagenwet, die losstaat van de toeslagen voor kinderopvang, zorg en huur. Met een beroep op die wet kunnen mensen hun inkomen aanvullen als hun uitkering onder het sociaal minimum uitkomt, waardoor ze eigenlijk niet kunnen rondkomen. Maar zo’n toeslag is onzeker, en veel mensen maken er geen gebruik van. Het UWV wil dat de speciale toeslag overbodig wordt.
Op de korte termijn kan de Wajonguitkering, voor jonge arbeidsongeschikten, alvast omhoog. Naar schatting maakt twee derde van de Wajongers die recht hebben op een toeslag van het UWV hier geen gebruik van.
Het UWV stelt voor om de uitkeringen in de toekomst op te hogen tot het sociaal minimum, onafhankelijk van het hele gezinsinkomen. De instantie wijst er ook op dat “in de huidige tijd” leefvormen vaak wisselen. Een gezinsinkomen is geen passend uitgangspunt meer. “Voor iedereen geldt hetzelfde sociaal minimum, ongeacht leefvorm. Dat maakt de regeling het meest eenvoudig en begrijpelijk voor mensen.”