De VNG vroeg gemeenten afgelopen zomer hoe zij de looptijd van een Wmo-beschikking bepalen. De enquête geeft inzicht hoe gemeenten invulling geven aan passend beschikken in de Wmo, en welke ondersteuningsvragen zij daarbij hebben. De enquête laat in ieder geval zien dat dit thema leeft bij veel gemeenten.
Uitkomsten van de enquête
De enquête stond uit in de zomermaanden. 54 gemeenten hebben de enquête ingevuld, zowel centrumgemeenten als regiogemeenten, verspreid over het land. De enquête vroeg naar verschillende Wmo-producten: individuele begeleiding, hulp bij huishouden, dagbesteding en beschermd wonen. Bekijk de presentatie van de uitkomsten van de enquête passend beschikken in de Wmo.
Leertraject Verrassend Passend
De VNG en het Ketenbureau i-Sociaal Domein startten eerder dit jaar met het leertraject Verrassend Passend. Met dat traject streven ze ernaar om ‘een passende looptijd van de beschikking’ in de hele Wmo tot norm te maken. Uitgangspunt daarbij is dat er meerjarige of open einde-beschikkingen worden afgegeven bij een stabiele situatie, tenzij er omstandigheden zijn die tot een andere afweging moeten leiden. Bijvoorbeeld omdat in bepaalde gevallen juist de vinger aan de pols gehouden moet worden. Het bepalen van de looptijd van de beschikking blijft dus maatwerk. Ze noemen dit ‘passend beschikken’.