Het kabinet maakt extra geld vrij voor beschut werk. Het gaat om een bedrag dat oploopt tot € 90 miljoen per jaar, op basis van een toenemend aantal beschutte werkplekken. Ook hoeft voor mensen die beschut werk doen geen loonwaardebepaling meer te worden gedaan.

Forfaitaire loonkostensubsidie

De VNG heeft samen met Cedris jarenlang gestreden voor meer financiële ruimte, vooral vanwege het knelpunt rond de Cao Aan de Slag. De salariskosten van de medewerkers in deze sector kunnen namelijk niet worden opgevangen binnen de reguliere bedrijfsvoering. Vaak is sprake van een combinatie van beperkt rendabel werk en een verminderde loonwaarde van de medewerkers. Het rijk stelde zich daarbij steeds op het standpunt dat het geen partij was in de cao. Met het besluit in de Voorjaarsnota wordt de loonkostensubsidie forfaitair én hoger vastgesteld.

‘In de puzzel om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen, is het goed dat minister Van Hijum deze stap nu zet’, aldus Van der Sloot. ‘Door de loonkosten ruimer te subsidiëren, verminderen de lasten voor gemeenten en hun sociaal ontwikkelbedrijven.’ In 2025 gaat het om een bedrag van bijna € 3000 per plek. Deze middelen zullen in eerste instantie worden toegevoegd aan de rijksbijdrage Beschut Werk binnen de integratie-uitkering Participatie. Nadat een forfaitaire LKS voor de doelgroep van beschut werk wettelijk is geregeld, zullen de extra middelen onderdeel worden van het budget voor bijstand en loonkostensubsidies.

Niet voor andere groepen onder de Cao Aan de Slag

De Cao Aan de Slag is er ook voor andere mensen die het sociaal ontwikkelbedrijf nodig hebben als opstap naar de arbeidsmarkt of voor mensen uit de gemeentelijke doelgroep die terugkeren na een plaatsing bij een reguliere werkgever. Zij hebben geen indicatie voor beschut werk, maar vallen wel onder deze cao. Voor hen blijft de huidige systematiek van LKS op basis van een loonwaardebepaling in stand, en blijven de beschikbare middelen knellen.

Omdat nog te veel mensen met een arbeidsbeperking aan de kant staan, en omdat het verschil in financiële dekking hiermee verder oploopt, vraagt dit aandacht. Met het rijk gaat de VNG kijken hoe ze ook voor deze groep zoveel mogelijk duurzame baankansen kunnen blijven bieden.