Gemeenten bieden binnen het sociaal domein hulp vanuit de Jeugdwet, Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de periode 2015-2019 is vooral een stijging te zien in het gebruik van voorzieningen binnen de Wmo en de Jeugdzorg, zo blijkt uit de publicatie ‘Voorzieningen in 3D’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Deze voorzieningen worden gebruikt door de kwetsbare groepen waarvoor ze bedoeld zijn. Tegelijkertijd zijn niet alle kwetsbare mensen in beeld bij gemeenten, terwijl zij soms wel hulp nodig hebben. Het SCP ziet ook groter aandeel van multi-gebruik huishoudens: de groep huishoudens waarbinnen meerdere problemen zich opstapelen en die daarom extra risico loopt.
In de recente evaluatie ‘Sociaal domein op koers’ concludeerde het SCP dat na 5 jaar de doelstellingen van de decentralisaties nog niet zijn bereikten dat er nog geen sprake is van een transformatie (anders werken in het sociaal domein). Het huidige onderzoek onderstreept deze conclusie. Bij de start van de decentralisatie was er de aanname dat een tijdige inzet van lichte voorzieningen het gebruik van zware voorzieningen zou voorkomen. Er is echter geen sprake van een daling van het gebruik van zware voorzieningen. Het is daarom voor gemeenten belangrijk meer zicht te krijgen op het gebruik en niet-gebruik van voorzieningen en op de effectiviteit van de inzet van voorzieningen. Bovendien is het monitoren van het gebruik van voorzieningen bij de meest kwetsbaarste groep van belang om verdere escalatie van problemen te voorkomen, zeker gezien de effecten van corona op deze groepen.
Veel mensen maken gebruik van voorzieningen vanuit het sociaal domein
Met de invoering in 2015 van de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet, zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het bieden van hulp bij werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning (aan mensen met beperkingen) en jeugdhulp. In 2019 maken ruim 2 miljoen mensen gebruik van een van deze voorzieningen. Tussen 2015 en 2019 steeg het aantal gebruikers van de Wmo en Jeugdzorg. Het aandeel verwijzingen naar jeugdhulp dat via de wijkteams plaatsvindt stijgt, evenals het aandeel jeugdhulp dat door wijkteams zelf wordt geboden. De toegenomen rol van wijkteams kan een aanwijzing zijn voor het begin van een verschuiving naar lichtere vormen van zorg, omdat wijkteams vaak meer algemene jeugdhulp bieden. Een stijging van de inzet van wijkteams kan er ook op duiden dat er meer wordt ingezet op preventie. Als meer zorg via wijkteams loopt, krijgen gemeenten wellicht meer zicht en meer controle op het gebruik van hun voorzieningen.
Multigebruik neemt toetoe
8% van de gebruikers maakte in 2018 gebruik van voorzieningen uit meerdere sociaal domein-wetten. Op huishoudniveau is dat 13%. Dit zo genoemde multigebruik, stijgt. Het gaat daarbij in de meeste gevallen om combinaties van participatievoorzieningen die mensen helpen bij het vinden en behouden van werk en maatschappelijke ondersteuning. Ook de combinatie van jeugdzorg in combinatie met bijstand bijde ouders komt regelmatig voor. De stijging van het multigebruik kan duiden op een grotere groep met zware problemen of op meer inzet van gemeenten op integrale hulp en ondersteuning. Multigebruik gaat vaak gepaard met andere problemen zoals schulden of contacten met de politie. Het is daarom belangrijkom bij het inrichten van ondersteuning ook aangrenzende terreinen zoals de schuldhulpverlening of justitie te betrekken. De verwachting is dat deze groep multigebruikers extra hard geraakt wordt door de coronacrisis. Het monitoren van deze kwetsbare groep is voor gemeenten belangrijk, om verdere escalatie van problemen en een daling van de kwaliteit van leven te voorkomen.
Forse groep herinstromers
Onder de gebruikers van alle drie de wettelijke domeinen ziet het SCP een forse groep herinstromers: gebruikers van een voorziening die uitstromen, maar meer dan een jaar later weer instromen. 15% van de jeugdzorggebruikers stroomt uit en stroomt ruim een jaar later weer in. Dat geldt voor 10% van de gebruikers van maatschappelijke ondersteuning en 7% van de gebruikers van participatievoorzieningen. De omvang van deze herinstroom is geen directe indicatie voor de kwaliteit van de dienstverlening, maar geeft wel aan dat de zorgvraag niet permanent is weggenomen door eerder verleende hulp. Dit betekent dat er gestreefd kan worden naar afschaling (van zwaardere naar lichtere hulp), maar dat er waarschijnlijk groepen zijn die te maken hebben met dusdanige problemen dat langdurige, of herhaaldelijke hulp nodig is.
Niet alle groepen binnen het sociaal domein in beeld
Gemeenten hebben geen informatie over hoeveel mensen gebruik maken van algemene voorzieningen, om welke mensen het dan gaat en hoe groot de overlap is met het gebruik van individuele voorzieningen, zoals huishoudelijke hulp. Ook is er geen zicht op de mensen die wel behoefte hebben aan hulp maar toch geen gebruik maken van voorzieningen. Het lijkt hier echter wel om substantiële aantallen mensen te gaan. Er is bovendien onvoldoende zicht op kwetsbare groepen zoals dak- en thuislozen en slachtoffers van huiselijk geweld. Er is meer onderzoek nodig naar niet-gebruik en moeilijk zichtbare groepen.
Gemeentelijke verschillen zijn groot
De verschillen in het voorzieningengebruik per gemeente zijn groot. De samenstelling van de inwoners is van invloed; is een gemeente vergrijst of juist een groeikern vol jonge gezinnen. Daarnaast maken gemeenten ook eigen keuzes in het niveau van de voorzieningen. De financiële ruimte van gemeentes speelt hier ook een rol in.
Invloed van corona
De coronacrisis heeft belangrijke gevolgen voor de kwetsbaarheid van groepen in het sociaal domein. Zo kunnen we als gevolg van de crisis een stijging verwachten in het aantal mensen met een behoefte aan sociaaldomeinvoorzieningen. Er zijn steeds meer signalen dat huiselijk geweld, en vooral kindermishandeling, toeneemt en dat de psychische druk onder vooral jongeren, toeneemt. De meest recente jaarcijfers van het CBS laten voorlopig echter nog een daling zien in het gebruik van jeugdzorg. De coronacrisis leidt wellicht ook tot een toename van de groep niet-gebruikers die wel behoefte heeft aan ondersteuning. De gevolgen van de coronacrisis zullen verschillen per regio (gemeente), en een stijging van het gebruik van voorzieningen in kwetsbare huishoudens dient nauwlettend te worden gevolgd door gemeenten, bijvoorbeeld als het gaat om huishoudens met multi-problematiek. Daarnaast zullen veel maatschappelijke effecten van de corona-crisis pas op de langere termijn zichtbaar worden.