Het nieuwe kabinet moet een stevig fundament leggen voor de preventieve inzet op een gezonde leefstijl, stelt staatssecretaris Blokhuis (VWS) in zijn z.g. Bouwstenenbrief. De VNG steunt deze lijn, maar dat betekent wel dat gemeenten in positie moeten worden gebracht.
Dat betoogt de VNG in een brief aan de Tweede Kamer als input voor een debat dat de Kamer deze week heeft met staatssecretaris Blokhuis over Leefstijlpreventie. Verder voeren ze aan:
- Dat het er om gaat dat mensen gezonde keuzes kunnen maken.
- Het rijk moet investeren in sociale veerkracht en in lokaal gezondheidsbeleid om gemeenten in positie te brengen.
- De preventie-opdracht in wetgeving verankerd moet worden maar de inkleuring aan gemeenten moet worden overgelaten.
- De regio-indeling ook een zaak is van gemeenten.
- Dat Health in all Policies, de integrale aanpak van het gezondheidsvraagstuk vanuit meerdere disciplines, landelijk en lokaal het uitgangspunt moet zijn.
Cruciale rol gemeenten vraagt om stevigere positie
Lokaal en regionaal hebben gemeenten als verbinder tussen de sociaal-maatschappelijke en medische zorg (GGD, zorgverzekeraars, huisartsen, zorgbranches, GGZ, lokaal bedrijfsleven) én als verbinder van het sociale met het fysieke domein een cruciale rol om inwoners een gezonde leefomgeving te bieden. Dat vraagt wel om een steviger positie van gemeenten om het fundament dat de staatssecretaris voor ogen heeft te laten slagen. Gemeenten doen een beroep op het rijk om extra te investeren in sociale veerkracht en lokaal gezondheidsbeleid. Investeer daarbij ook in de mogelijkheid dat GGD’en, zorgverzekeraars, en andere partners tot gedeelde regiobeelden komen over de gezondheid van inwoners als onderlegger voor de lokale/regionale gezondheidsagenda.
Veranker preventie-opdracht in wetgeving maar laat inkleuring aan gemeenten
De VNG onderschrijft de noodzaak om in de Wet Publieke Gezondheid de gemeentelijke opdracht voor inzet op preventieve gezondheid vast te leggen, zolang het gaat om het helder omschrijven van maatschappelijke doelen. Daarbij kunnen landelijke kaders helpen, maar gemeenten moeten de vrijheid hebben om met zorgverzekeraars, GGD’en, bedrijfsleven, sociaal-maatschappelijke en medische partners op lokaal niveau tot maatwerk te komen. Alleen samen met gemeenten en andere lokale publieke en private partijen kan het tot verbetering van de aanpak van preventieve gezondheid komen. Voor een gelijkwaardig speelveld vraagt dit ook een spiegelbepaling in de Zvw voor gezondheid en preventie ten opzichte van de Wpg, Jeugdwet en Wmo.
Lokale preventieakkoorden verder ontwikkelen
Gemeenten willen de Lokale preventieakkoorden verder ontwikkelen en verdiepen en zien dan ook graag dat de incidentele financiële ondersteuning van het rijk tot medio 2022 kan doorlopen. Verder is de lokale aanpak gebaat bij maatregelen op landelijk niveau. Stimuleer landelijk ontmoediging van ongezond gedrag, bijvoorbeeld door een suikertaks en belasting voor ongezonde voeding.