De asielcrisis, het meest zichtbaar op het aanmeldcentrum in Ter Apel, vraagt om extra stappen – op korte, middellange en lange termijn. Veiligheidsregio’s, gemeenten, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties en de Rijksoverheid zetten zich in op vele fronten. Daarbij verkent het kabinet ook mogelijke aanpassingen van het asiel- en migratiebeleid.
De laatste maanden zien we schrijnende beelden van mensen die in afwachting van de start van hun asielprocedure, buiten slapen op stoelen of in het gras. Er zijn te weinig opvangplekken voor asielzoekers en de doorstroom van statushouders naar woningen komt onvoldoende op gang. De afgelopen weken heeft het Rijk alle mogelijke manieren onderzocht om samen met het COA, gemeenten en veiligheidsregio’s te komen tot een snelle oplossing. Dit heeft vooralsnog niet geleid tot een doorbraak. Daarom zijn nieuwe maatregelen nodig.
In gesprek over extra plekken
Om te beginnen is het nodig dat er extra crisisnoodopvangplekken komen. Het kabinet is in gesprek met gemeenten en veiligheidsregio’s om nog eens 225 crisisnoodopvangplekken per veiligheidsregio te realiseren. Daarnaast wordt hen gevraagd om waar mogelijk een deel van de gemeentelijke opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne te benutten. Deze vraag is op basis van vrijwilligheid en beschikbaarheid bij gemeenten.
Versnelde doorstroming
De Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting is opgericht om gemeenten te ondersteunen bij het bouwen van flexibele woningen. Deze zullen voor een deel ook beschikbaar komen voor statushouders. Op middellange termijn wordt gewerkt aan nieuwe opvanglocaties en de inzet van cruiseschepen om aanvullende opvangplekken te creëren. Aan het COA is daarnaast opdracht gegeven om zo snel mogelijk te zorgen voor tijdelijke paviljoens en andere mobiele voorzieningen.
Nieuwe opvanglocaties
Het Rijk begrijpt dat hiermee veel gevraagd wordt van de regio’s. Zeker omdat er op veel plekken al zoveel inspanningen zijn geleverd om asielzoekers en vluchtelingen op te vangen. De opvangcrisis laat echter zien dat er nog niet voldoende (nood)opvanglocaties zijn. Daarom zet het kabinet een uitzonderlijk middel in: het ruimtelijke ordeningsinstrumentarium. Hiermee kan het Rijk de vergunningsverlening voor nieuwe opvanglocaties naar zich toe halen. Daarmee wordt het mogelijk om Rijksvastgoed in te zetten voor opvang. Momenteel zijn er twee locaties in beeld waar gezamenlijk circa 1000 opvangplekken gerealiseerd kunnen worden. Daarover wordt gesproken met de betrokken gemeentes. Het Rijk vindt het ook bij de inzet van dit instrumentarium van het allergrootste belang om goed met de gemeente samen te werken en om de gemeenteraad en de omwonenden goed te betrekken en te informeren.
Rechtvaardig en effectief
De asielcrisis vergt ook een aanpak op langere termijn. Niet voor niets hebben de veiligheidsregio’s er bij het kabinet op aangedrongen om structurele maatregelen uit te werken. Het kabinet verkent daarom verschillende mogelijkheden door zowel op Europees- als op nationaal beleid besluitvorming voor te bereiden. Mede op verzoek van gemeenten wordt daarnaast een wetsvoorstel uitgewerkt dat een wettelijke opvangtaak voor gemeenten vastlegt, met als dat nodig is een juridisch instrumentarium.
De aanpak van deze crisis is een grote maatschappelijke opgave. Het is van belang om ervoor te zorgen dat aan de schrijnende situatie van de asielzoekers zo snel mogelijk een einde komt én dat we blijven bouwen aan een rechtvaardig en effectief asiel- en migratiebeleid.