Staatssecretaris van Ooijen (VWS) wil flinke hervormingen in de jeugdzorg doorvoeren om de zorg te verbeteren voor kinderen, jongeren en gezinnen die dat nodig hebben. Het goed organiseren van zorg voor kinderen met de meest complexe problemen heeft daarbij de hoogste prioriteit en dat vraagt om meer regie en professionele ruimte. Het huidige systeem werkt vooral lichtere vormen van zorg in de hand. De staatssecretaris wil een duidelijke afbakening in de wet wat onder jeugdhulp valt, met het doel om kinderen die het echt nodig hebben beter en sneller te kunnen helpen. Ook wil hij de marktwerking terugdringen en de perverse prikkels uit het jeugdzorgsysteem halen, onder andere door excessieve winsten aan te pakken en de groei van het aantal jeugdzorgaanbieders te beteugelen. Samen met de minister Weerwind (Rechtsbescherming) heeft hij de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn plannen om de jeugdzorg te verbeteren en financieel beter beheersbaar te maken.
Meer regie en professionele ruimte voor meest complexe zorg
Bij de hervorming van jeugdzorg is de beschikbaarheid van passende zorg voor de meest kwetsbare kinderen de grootste prioriteit. Te denken valt hier aan kinderen die te maken hebben een hoogcomplexe zorgvraag, zoals bijvoorbeeld een eetstoornis, een chronische aandoening, of een jeugdbeschermingsmaatregel. Zij komen te vaak op wachtlijsten terecht en weten onvoldoende de weg te vinden in een onoverzichtelijk zorgstelsel. Daarom moet er meer regie en professionele ruimte komen voor de meest complexe vormen van zorg. Deze zorg, die maar een relatief beperkt aantal kinderen in het hele land nodig hebben, moet meer centraal worden ingekocht en georganiseerd. Hulpverleners moeten de ruimte krijgen om op basis van hun professionele deskundigheid de juiste dingen te doen. Daarnaast wordt de regionale inkoop van specialistische zorg verplicht. Er komt meer regie op een logische indeling van deze regio’s qua indeling en grootte, zodat zij deze rol zo effectief mogelijk kunnen vervullen.
Zorg beschikbaar wanneer het echt nodig is
Waar in 1997 nog 1 op de 27 kinderen gebruik maakte van jeugdhulp, was dit in 2015 1 op de 10 en in 2021 zelfs 1 op de 7. Kinderen die echt hulp of zorg nodig hebben, moeten daar natuurlijk altijd aanspraak op kunnen maken. Maar nu werkt het systeem zo dat vooral het aanbod van lichtere vormen van hulp steeds verder groeit en dat kinderen daar te makkelijk in terecht komen. Het is van belang dat zorg beschikbaar blijft voor kinderen die het echt nodig hebben. Bij het toekennen van jeugdhulp moet dan ook meer rekening gehouden worden met aard en ernst van problematiek en wat er in de eigen omgeving van het kind al aan oplossingen mogelijk is. Dit wordt in de wet duidelijker afgebakend.
Einde aan perverse prikkels marktwerking
De onbalans tussen complexe zorg en lichte zorg in het systeem is een van de gevolgen van marktwerking in de jeugdzorg. Het moet in de jeugdzorg gaan over kinderen helpen, niet over winst maximaliseren. De staatssecretaris wil een einde maken aan de perverse prikkels die dit in de hand werken, onder andere door winsten te maximeren. De groei van aanbieders wordt aan banden gelegd, door zogenaamde ‘open house’ aanbestedingen te beperken. Dit zijn aanbestedingen waarbij elke aanbieder die aan de voorwaarden voldoet automatisch een contract krijgt. Bovendien moeten reële tarieven worden betaald die passen bij de soort zorg die geleverd wordt, zodat het niet langer loont om alleen lichte goedkope zorg aan te bieden. In de wet wordt vastgelegd hoe deze tarieven berekend moeten worden.
Hervormingsagenda hervat
Een deel van deze hervormingen wordt uitgewerkt in de Hervormingsagenda. Alle partijen willen graag hun verantwoordelijkheid nemen om de jeugdzorg te verbeteren. Eerder dit jaar hebben gemeenten hun medewerking aan de Hervormingsagenda opgeschort, naar aanleiding van de voorgenomen besparing op de jeugdzorg van €511 miljoen. Nu het kabinet heeft besloten dat deze besparing een Rijksverantwoordelijkheid is, zijn gemeenten weer gecommitteerd om samen tot de Hervormingsagenda te komen. Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om aanvullende maatregelen te nemen die tot de besparing zullen leiden.