De Sociale Verzekeringsbank (SVB) mag persoonsgegevens verstrekken aan de Belastingdienst. Dat oordeelt de Raad van State (RvS). De gegevensverstrekking is volgens de RvS niet in strijd met de AVG. Bovendien zouden alternatieven kunnen leiden tot meer druk op de Belastingdienst.
De zaak was aangespannen door de vader van een minderjarig meisje. Hij vond dat de SVB de gegevens van zijn dochter niet mocht verstrekken aan de Belastingdienst omdat hiermee inbreuk zou worden gemaakt op haar privacy. De SVB heeft de gegevens doorgegeven via een zogeheten startbericht, een digitale melding waarin staat dat voor een kind vanaf een bepaalde datum recht op kinderbijslag bestaat. In het bericht staan de burgerservicenummers van het kind en de ouders, en de geboortedatum en het woonland van het kind. Op basis van het startbericht beoordeelt de Belastingdienst vervolgens of er ook een recht op kindgebonden budget bestaat. Het startbericht blijft gelden totdat de SVB door middel van een stopbericht laat weten dat de betrokkene geen recht meer heeft op kinderbijslag.
De vader werd eerder in het gelijk gesteld door de rechtbank Midden-Nederland, die vond dat er wel een wettelijke grondslag is voor de gegevensverstrekking, maar dat uitwisseling van gegevens niet evenredig in verhouding is met het doel. De Raad van State gaat daar niet in mee. Het doel van de regeling is “om laagdrempelig en zonder aanvraag kindgebonden budget te kunnen toekennen en verstrekken”. Aan dit doel wordt voorbijgegaan als ouders zelf de aanvraag moeten doen. Daarnaast bestaat dan het risico dat kindgebonden budget ongebruikt blijft.
Ook een ander alternatief, namelijk dat de Belastingdienst zelf gericht informatie gaat opvragen bij de SVB, acht de RvS niet wenselijk. Er zou dan nog steeds een grote gegevensstroom zijn. Ook zouden er zelfs meer gevoelige gegevens worden uitgewisseld, zoals informatie over inkomen, omdat de Belastingdienst dan jaarlijks het recht op kindgebonden budget zou moeten vaststellen. Beide genoemde alternatieven zorgen er volgens de RvS bovendien onbedoeld voor dat de druk op de Belastingdienst groter wordt.
Volgens de hoogste rechter kan de verwerking van de persoonsgegevens dus niet op een manier gebeuren die minder nadelig is voor betrokkenen. Tot slot wegen de belangen van een effectieve en efficiënte uitkering van kindgebonden budget volgens de RvS zwaarder dan de inbreuk op de privacy van burgers die geen recht blijken te hebben op kindgebonden budget.