De VNG liet onderzoeken hoe en in welke mate het zorgaanbieders en gemeenten lukt om beschermd wonen te organiseren dichtbij mensen die dat nodig hebben. Het rapport zoomt in op situaties waarin dit nog niet goed lukt, hoe partijen daarmee omgaan, wat de gevolgen zijn voor inwoners én waar kansen liggen.
Lees het onderzoeksrapport ‘Match vraag en passend aanbod beschermd wonen’
Aanleiding: behoefte aan inzicht in meer complexe, of specialistische zorgvragen
Het ministerie van VWS, de VNG, Valente, de Nederlandse ggz en Mind wilden inzicht krijgen in de meer complexe, of specialistische zorgvragen en -behoefte van doelgroepen die een beroep doen op beschermd wonen, en hoe daar mee wordt omgegaan. De VNG gaf DSP-groep opdracht dit onderzoek uit te voeren.
Achtergrond: een passend palet van voorzieningen in iedere regio
Gemeenten organiseren op grond van de Wmo beschermd wonen voor inwoners met psychische problematiek die niet zelfstandig kunnen wonen. Centrumgemeenten maken daarvoor niet-vrijblijvende afspraken met regiogemeenten en zorgaanbieders over kwalitatief goede en beschikbare ondersteuning. Dit leggen zij, op grond van de Norm voor Opdrachtgeverschap, vast in een regiovisie. De inzet is dat in iedere regio een ‘passend palet van voorzieningen’ beschikbaar is, zodat mensen de benodigde ondersteuning zo veel mogelijk ontvangen in (de buurt van) hun eigen omgeving.
Meestal kunnen inwoners dus terecht bij een zorgaanbieder in hun eigen regio. Een klein deel van de inwoners heeft echter behoefte aan een vorm van beschermd wonen waarvoor geen passend aanbod in de eigen regio beschikbaar is. Zij maken gebruik van beschermd wonen buiten hun eigen regio. We noemen dit bovenregionaal aanbod.
Bovenregionaal beschermd wonen komt niet vaak voor
Het onderzoek bevestigt het beeld dat bovenregionaal beschermd wonen slechts af en toe voorkomt: enkele honderden keren per jaar. Omdat het voorzieningenniveau in regio’s sterk varieert, bestaat er niet één landelijk beeld. Het is ook niet mogelijk om doelgroepen aan te wijzen waar bovenregionale plaatsingen altijd aan de orde zijn. Het onderzoeksrapport benoemt wel 13 doelgroepen waarbij af en toe bovenregionaal gezocht wordt naar passende ondersteuning. Elke regio gaat op eigen wijze om met het organiseren van bovenregionaal beschermd wonen (overdracht, financiering, duur, terugkeer). Dit verloopt niet altijd soepel en levert dan onderling ‘gedoe’ op tussen gemeenten en zorgaanbieders.
Verder terugdringen van bovenregionaal beschermd wonen is nodig
Inwoners willen bovendien meestal het liefst beschermd wonen ontvangen in hun eigen regio. Het levert schrijnende situaties op als dat niet lukt. Daarom is de conclusie van het onderzoek dat het nodig is om bovenregionale plaatsingen in beschermd wonen verder terug te dringen. Het onderzoek benoemt daarvoor verschillende kansrijke opties, zoals dat gemeenten en zorgaanbieders investeren in creatieve oplossingen en regionale afstemming over casuïstiek waar maatwerk nodig is.