Het kabinet werkt aan een regeling over de hoogte van uitkeringen voor leefgeld voor Oekraïense vluchtelingen en de financiële compensatie voor uitvoeringskosten van de opvanglocaties. Gemeenten hebben de afgelopen 2 weken al meer dan 20.000 opvangplekken georganiseerd.
Het was daarbij onduidelijk in hoeverre gemeenten gecompenseerd zouden worden en hoeveel geld zij konden uitkeren aan vluchtelingen voor hun dagelijks levensonderhoud.
Regeling in overleg met de VNG en gemeenten
Het ministerie van JenV schrijft in een Kamerbrief dat reële compensatie van de extra kosten het uitgangspunt is en dat gemeenten er als gevolg van de opvang van ontheemden uit Oekraïne niet slechter voor komen te staan dan daarvoor. Het rijk zet in op een normbedrag per gerealiseerde opvangplek. De (uitvoering van de) regeling wordt in overleg met de VNG en gemeenten ingericht, daarbij worden ook afspraken gemaakt omtrent het financierings- en verantwoordingsproces. Voor het leefgeld en de andere verstrekkingen aan Oekraïense vluchtelingen geldt het uitgangspunt dat dit gelijkwaardig is aan de verstrekkingen aan asielzoekers en vergunninghouders die verblijven bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).
Uitkering mogelijk op voorhand
De VNG is de afgelopen dagen al intensief in overleg geweest met de ministeries van JenV en SZW over het verstrekken van leefgeld aan vluchtelingen. Het levert veel vraagstukken op in relatie tot de bestaande arbeids- en participatiewetgeving en ook rond praktische zaken. De VNG heeft aangevoerd dat de uitkering van leefgeld zo eenvoudig mogelijk moet zijn en uitvoerbaar voor gemeenten. Bij de uitwerking van de regeling wordt een uitvoeringstoets uitgevoerd zoals door de VNG bepleit. Tot er een regeling is, hebben gemeenten de vrijheid uitkeringen aan vluchtelingen te doen en dit zelf (administratief) bij te houden. Deze kosten moeten passen binnen de nog op te stellen regeling en ook worden verantwoord.
Hoogte van de toelage
Iedere vluchteling (volwassen/kind) ontvangt € 59,92 per week per persoon: € 46,97 euro voor voeding en € 12,95 euro voor kleding en andere persoonlijke uitgaven. Vluchtelingen in de particuliere opvang ontvangen een extra toelage, tot een maximum van 4 vluchtelingen. Dat maakt dat vluchtelingen die particulier worden opgevangen per week het volgende ontvangen:
Eerste vluchteling: € 59,92 + € 75 = € 134,92
Tweede vluchteling: € 59,92 + € 25 = € 84,92
Derde/ vierde vluchteling: € 59,92 + € 12,50 = € 72,42
Vijfde en opvolgend aantal vluchtelingen: € 59,92
Tot uitkering van leefgeld in de particuliere opvang kan enkel na registratie worden overgegaan. Voor personen in de particuliere opvang is het dus van belang om dit zo snel mogelijk in orde te maken.
Compensatie opvangkosten gemeenten
Het kabinet heeft eerder gesteld dat het de kosten vergoedt die gemeenten (zullen) maken en dat gemeenten er financieel niet op achteruit mogen gaan. Samen met partners binnen en buiten het rijk (waaronder de VNG en een aantal gemeenten) werkt het kabinet aan financiering van de opvanglocaties en bijhorende kosten. De VNG pleitte voor een compensatie op declaratiebasis. Het kabinet heeft besloten te werken met een hybride financieringssystematiek. Het vertrekpunt van de financiering is: normkosten (een vast bedrag per gerealiseerde plek per dag) waar mogelijk, feitelijke kosten waar nodig. Het Ministerie van JenV ontwikkelt hiervoor een ministeriële regeling in afstemming met de VNG. De normkosten worden gemonitord zodat duidelijk wordt of de voorziene vergoeding volstaat of naar boven moet worden bijgesteld.