Een uit Oekraïne gevluchte Algerijn moet vóór 1 april terugkeren naar Algerije. Dit staat in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank zegt hiermee een uitspraak over de zogeheten derdelanders van de Raad van State te volgen.
Vorige week besloot de vreemdelingenkamer van de rechtbank in Roermond juist dat derdelanders hun recht op tijdelijke bescherming net zo lang mogen behouden als alle andere ontheemden uit Oekraïne. Tot die conclusie komt ook de rechtbank in Den Bosch, die maandag uitspraak deed in een zaak van een Algerijnse man en een Nigeriaanse vrouw. Zij mogen blijven tot 4 maart 2025.
Derdelanders zijn mensen die vanuit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht. Ze hadden in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning toen daar de oorlog uitbrak. In Nederland hadden de derdelanders lange tijd dezelfde bescherming als de gevluchte Oekraïners. Die tijdelijke bescherming betekende dat de vluchtelingen net als Oekraïners in Nederland mochten wonen, werken en studeren. Ook kwamen ze in aanmerking voor leefgeld.
Die bescherming zou op 4 maart aflopen, oordeelde de Raad van State in januari. Volgens de hoogste bestuursrechter zouden derdelanders hier dan alleen kunnen blijven door asiel aan te vragen.
Na de uitspraak van de Raad van State gaf het ministerie van Justitie en Veiligheid de derdelanders een zogenoemd terugkeerbesluit. Veel derdelanders zijn daartegen in beroep gegaan, zo ook de man uit Algerije. Maar anders dan de rechtbank in Roermond, waar twee Algerijnen samen met iemand uit Ghana de zaak wonnen, ziet de Rotterdamse rechtbank “geen aanleiding om af te wijken van het oordeel van de Raad van State”.
De rechtbank Den Bosch daarentegen vindt dat de staatssecretaris onvoldoende uitlegt waarom de tijdelijke bescherming vanaf 4 maart eindigt. Ook in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mist de rechter in Den Bosch een beoordeling “van de goede argumenten” van de derdelanders.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid is al in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank in Roermond. De Raad van State wacht volgens een woordvoerster alle beroepen af om ze mogelijk gebundeld te behandelen.
Woensdag doet de rechtbank in Haarlem uitspraak in zaken die zijn aangespannen door derdelanders uit India, Pakistan en Ghana.