Het kabinet onderschrijft de conclusie van de commissie sociaal minimum dat het realiseren van bestaanszekerheid voor mensen van groot belang is en dat er nog belangrijke stappen te zetten zijn richting bestaanszekerheid iedereen in Nederland. Bepaalde voorstellen vragen een fundamentele overweging en zijn daarom aan een nieuw kabinet.
Dat schrijven minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer. De beide bewindslieden gaan in de brief in op de verschillende aanbevelingen van de commissie.
De commissie sociaal minimum is door het kabinet gevraagd om opnieuw te kijken naar de hoogte van het sociaal minimum en het stelsel van inkomensondersteuning. Het kabinet vindt het belangrijk dat het sociaal minimum elke vier jaar herijkt wordt om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en om mee te doen in de samenleving. Het eerste deelrapport verscheen voor de zomer, en focuste vooral op de hoogte. Het tweede rapport verscheen 28 september en gaat over de inrichting van het stelsel.
In de brief geven de beide bewindspersonen aan dat veel aanbevelingen in het verlengde liggen van de plannen waar het kabinet mee bezig is. Zo wordt komend jaar mede naar aanleiding van het eerste rapport van de commissie de huurtoeslag en het kindgebondenbudget structureel verhoogd. De commissie adviseert oog te hebben voor kinderen die in armoede leven, en ook in te zetten op praktische hulp. Bijvoorbeeld door middel de gratis schoolmaaltijden, die het kabinet volgend jaar doorzet.
Daarnaast werkt het kabinet aan aanpassingen van het stelsel. Bijvoorbeeld de aanpassing van de participatiewet, zoals een ruimere bijverdiengrens voor mensen in de bijstand. En de wetsvoorstellen voor hervormingen op de arbeidsmarkt, om de zekerheid van werkenden te verstevigen. Zo komen er basiscontracten met een minimumaantal uur, zodat werkenden weten waar ze aan toe zijn qua inkomen en rooster.