Nederland staat er beter voor dan verwacht. De vaccinatiegraad stijgt en de economische vooruitzichten zijn gunstig. Mede dankzij de steunpakketten en de veerkracht van ondernemers en werkenden komt de economie goed uit de coronacrisis. Er zijn weinig faillissementen en de werkloosheid is (zeer) laag. Dit laat onverlet dat er ook de komende periode maatregelen nodig zijn om mensen en bedrijven te ondersteunen bij gevolgen die zij ondervinden van de coronacrisis. Mede daarom presenteert het kabinet – ondanks de demissionaire status – plannen voor 2022 die niet kunnen wachten. Dat schrijven minister Koolmees en staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in hun begroting die dinsdag aan de Tweede Kamer is overhandigd.
De coronacrisis zorgde voor grote verschillen binnen de Nederlandse economie. Waar de omzetten in sommige sectoren stegen, kregen andere sectoren zware klappen te verduren. Ondanks de creativiteit en de flexibiliteit van werkenden en werkgevers moeten mensen soms op zoek naar (ander) werk. Tegelijkertijd is de werkloosheid laag en de arbeidsmarkt in verschillende sectoren krap. Daarom blijft het demissionaire kabinet vanuit het sociaal pakket en via de Regionale Mobiliteitsteams – waarvoor eerder 1,4 miljard euro is vrijgemaakt – mensen ondersteunen bij omscholing en het vinden van (nieuw) werk.
Wat er verandert in 2022
De coronacrisis heeft het belang van een leven lang ontwikkelen onderstreept. De arbeidsmarkt is voortdurend in beweging, daarom is het nodig om daarop in te spelen. Zo kunnen werkenden – en niet-werkenden – hun baan behouden of nieuw werk vinden. In 2022 kunnen mensen zich door subsidies (zoals het STAP-budget van 1.000 euro per persoon), gratis adviezen en cursussen blijven ontwikkelen. Ook krijgen ouders vanaf 2 augustus 2022 recht op negen weken gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof. Dit geldt ook voor ouders die op 2 augustus 2022 een kind hebben dat nog geen jaar oud is.
Vanaf 1 januari 2022 geldt ook de gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Daardoor hebben kleine werkgevers minder kosten aan de arbeidsongeschiktheid van medewerkers dan grote werkgevers. Tot nu toe waren deze bedragen gelijk, terwijl de premie relatief gezien een groter beslag legt op de financiën van kleine werkgevers. Jaarlijks is er 450 miljoen euro beschikbaar voor kleine werkgevers. Zij kunnen dit geld gebruiken om zich goed te verzekeren, bijvoorbeeld door het afsluiten van de ‘MKB Verzuim-ontzorg-verzekering‘. In 2022 is er incidenteel 300 miljoen euro extra beschikbaar en in 2023 is dat 150 miljoen euro.
Verder start in 2022 het nieuwe inburgeringsstelsel. Daarmee wordt het onder meer mogelijk om het inburgeringstraject sneller te doorlopen. Daarbij geldt wel een hogere norm voor het taalniveau. Ook wordt de nieuwe Pensioenwet in 2022 naar het parlement gestuurd. Eerder dit jaar konden mensen en organisaties online reageren het conceptwetsvoorstel ‘Toekomst pensioenen’. De reacties daarop vragen een goede weging. Daarbij staan zorgvuldigheid en gezamenlijkheid voorop. In 2022 gaat SZW daar met betrokken partijen mee verder. Daarna dient het kabinet het bij de Tweede en Eerste Kamer in.
De belangrijke lessen uit de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag houden ook komend jaar de volle aandacht.
Tot slot doet het demissionaire kabinet ook voorwerk voor het nieuwe kabinet. Zo kunnen zij direct aan de slag met belangrijke vraagstukken. Volgende stappen over hoe om te gaan met flexibele/vaste contracten en het grote aantal zzp’ers zijn aan een nieuw kabinet.
Koopkrachtcijfers 2022
We hebben te maken met een demissionair kabinet. Daarom zijn er geen grote beleidswijzigingen of koopkrachtmaatregelen. Wel hecht het kabinet eraan dat ook zijn laatste begroting een evenwichtig koopkrachtbeeld laat zien.
Als de persoonlijke omstandigheden niet veranderen behouden Nederlanders volgend jaar – gemiddeld genomen – hun koopkracht of een minimale stijging (0,1%) daarvan. Verder zijn de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt positiever dan verwacht. Momenteel is bijna 70% van de 15- tot 75-jarigen aan het werk, een nieuw record. Daarnaast is er momenteel een recordaantal vacatures en ligt het werkloosheidspercentage met 3,2% erg laag.