Mensen met problematische schulden doen vaker een beroep op de geestelijke gezondheidszorg. Daar komen ze ook uit op hogere kosten, berekende het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw onderzoek. De adviseur voor de overheid houdt er dan ook rekening mee dat beleid om mensen voor ernstige schulden te behoeden uiteindelijk tot kostenbesparingen kan leiden in de zorg en het sociaal werk.
Voor het onderzoek keek het CPB naar Nederlanders die ernstig achterliepen met het betalen van hun premies voor de zorgverzekering. Verzekerden die bij de regeling voor wanbetalers terechtkomen, hebben namelijk vaak ook elders problematische schulden.
Deze groep mensen maakte 7 procent vaker gebruik van geestelijke gezondheidszorg (ggz) dan anderen. Ook stijgen de ggz-kosten met gemiddeld 200 euro nadat mensen een wanbetalersregeling hebben moeten aangaan, wat een stijging is van 30 procent. Het gebruik van sociale en financiële hulpverlening nam met 40 procent toe.
Het CPB wijst op een sterke samenhang tussen gezondheidsproblemen en te hoge schulden. Zo hadden Nederlanders die in de schuldenproblematiek terechtkwamen vaak al hogere zorguitgaven dan anderen voordat hun financiële malaise was begonnen.
Van de onderzochte groep die zijn zorgpremie uiteindelijk niet meer betaalde, maakte 12,6 procent in de periode daarvoor al gebruik van de ggz. Van de mensen die hun premies wel betaalden, was dat 7,9 procent. Het CPB noemt ook de bedragen: de mensen met schulden maakten gemiddeld 631 euro aan ggz-kosten voordat ze in de schulden kwamen. Bij de groep die niet in schuldregelingen kwam ging het om zo’n 250 euro per persoon.
Problemen met de gezondheid en met de financiën lijken elkaar dus te versterken, aldus het CPB. “Als mentale problemen ontstaan door schulden, dan heeft beleid dat problematische schulden voorkomt een dubbel effect: minder schuldenproblematiek en lagere zorguitgaven.”