Een nieuwe spoedwet met maatregelen om het coronavirus te lijf te gaan, doet volgens de Nationale ombudsman inbreuk op de grondrechten van Nederlanders. “De gevolgen van deze wet zijn voor burgers, volwassen of kind, verstrekkend”, zegt ombudsman Reinier van Zutphen. De gemeenten vinden dat de nieuwe, tijdelijke spoedwet ze te weinig mogelijkheden geeft om het beleid te sturen.
Met het voorstel voor de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19, waar de Tweede Kamer ongeduldig op wacht, wil het kabinet voor de langere termijn afspraken maken over de te nemen maatregelen om corona te bestrijden. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) vroeg Van Zutphen en de gemeenten om het voorstel door te nemen en alvast met een reactie te komen.
“Voor burgers wordt niet duidelijk wie er nu precies beslist over noodzakelijke maatregelen, welke afwegingen een rol spelen in de beslissingen en waar burgers terechtkunnen als ze worden geconfronteerd met beslissingen die gaan over voor hen wezenlijke belangen en behoeften”, aldus de ombudsman.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) vinden dat de afstemming tussen de bevoegdheden van de minister, veiligheidsregio’s en burgemeesters onvoldoende uit de verf komt in het wetsvoorstel.
“Gemeenten krijgen te weinig sturingsmogelijkheden en bovendien ontbreekt de democratische legitimatie op lokaal niveau. Ook gemeenten moeten in de volgende fase het belang van de volksgezondheid en maatschappelijke en economische belangen kunnen afwegen en beslissen welke maatregelen nodig zijn.” Als dat te veel door het Rijk wordt aangestuurd, is zo’n afweging volgens NGB en VNG niet mogelijk.
De Tweede Kamer dringt al weken aan op de tijdelijke coronawet, die al op 1 juli zou moeten ingaan.