De financiële situatie van veel huishoudens zal er dit jaar beter uitzien dan in 2022. Dat meldt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), dat de koopkracht van sommige huishoudens ziet toenemen met ruim 8 procent. Toch blijft ook dit jaar onzekerheid boven de markt hangen over onder meer inflatie en de energierekening.
Nibud gaat in zijn berekeningen uit van een inflatie van 3,5 procent, een niveau dat eerder werd berekend door het Centraal Planbureau. Met die inflatie gaan huishoudens erop vooruit, variërend van 0,5 procent tot 8,1 procent, afhankelijk van de gezinssamenstelling en het inkomen. In enkele gevallen gaan huishoudens op basis van dit inflatiepeil 0,2 procent achteruit in koopkracht.
De koopkrachtverbetering komt onder meer doordat werkenden meer salaris overhouden als gevolg van een hogere arbeidskorting. Daardoor betalen zij minder belasting. Daarnaast ontvangen veel mensen een loonsverhoging vanuit een nieuwe cao, aldus Nibud.
Ook de financiële situatie van niet-werkenden verbetert doordat uitkeringen, bijstand en zorgtoeslag zijn verhoogd. “Al deze maatregelen zorgen voor wat financiële ademruimte die de meesten hard nodig hebben, want in 2022 heeft iedereen flink moeten inleveren en de prijzen in de supermarkt blijven hoog”, stelt de budgetadviseur.
En zo blijven meer zaken die vorig jaar speelden, ook dit jaar voelbaar in de portemonnee. Bijvoorbeeld de gestegen energieprijzen. Nibud pleit er daarom voor om persoonlijke omstandigheden en uitgaven “een grotere rol te laten spelen bij het maken van beleid”, want “weinig huishoudens zullen nog meer prijsstijgingen kunnen verdragen”.
“Als we iets van de energiecrisis hebben geleerd is het dat mensen in een energieonzuinige woning of grote gezinnen noodgedwongen hogere energie-uitgaven hebben dan anderen. Daardoor kunnen zij meer moeite hebben met rondkomen dan anderen met hetzelfde inkomen“, concludeert Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. Als het aan hem ligt, moeten mensen dan ook meer zekerheid krijgen. “Belangrijke basis- en nutsvoorzieningen moeten voor iedereen bereikbaar en betaalbaar blijven, nu en in de toekomst.”