De werkloosheid in Nederland is in april verder afgenomen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt dat voor een belangrijk deel doordat er de laatste tijd meer mensen niet zoeken naar werk omdat ze daar weinig resultaat van verwachten. Deze groep mensen wordt in de statistieken niet tot werklozen gerekend.
Mede door de coronasteun van de overheid zijn er al langer weinig werklozen. In april ging het in totaal om 316.000 mensen. Dat is 3,4 procent van de beroepsbevolking. Een maand eerder ging het nog om 3,5 procent. De afgelopen drie maanden daalde het aantal werklozen gemiddeld met 7000 per maand. Met een toename van zo’n 1000 per maand bleef het aantal werkenden vrijwel op hetzelfde niveau, aldus het CBS.
Alles bij elkaar hadden 4,1 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,8 miljoen mensen die niet recent naar werk hebben gezocht of hiervoor niet beschikbaar waren. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 4000 per maand gestegen.
Uitkeringsinstantie UWV verstrekte eind april 266.000 WW-uitkeringen. Het aantal uitkeringen is daarmee bijna 16 procent afgenomen ten opzichte van maart. Vergelijking met een jaar geleden toen de coronacrisis ook al speelde, ligt het aantal uitkeringen bijna 9 procent lager. Vooral in de eerste periode van de pandemie en de contactbeperkende maatregelen, tussen maart en april 2020, nam het aantal WW-uitkeringen nog flink toe.
In de uitzendsector en de horeca liep het aantal WW-uitkeringen vorige maand weer sterk terug. Die branches werden eerder hard geraakt door de crisis. Nu er steeds meer versoepelingen mogelijk zijn, zoals het deels weer openstellen van terrassen, gaan werkgevers op zoek naar personeel en verliezen minder mensen hun baan. Ook is het seizoen van invloed op het aantal WW-uitkeringen. Bijvoorbeeld in de bouw en landbouw neemt de werkgelegenheid meestal weer toe na de winter. Ook de uitzendsector profiteert hiervan.