Hoe ben jij bij Wolters Kluwer terecht gekomen?
Na mijn studie rechten – afstudeerrichting sociaal zekerheidsrecht, arbeidsrecht en economisch recht – ben ik bij een gemeente gaan werken als juridisch medewerker/ kwaliteitsmedewerker, op het gebied van bijstandswetgeving. Daarna kwam ik terecht bij één van de grote accountantsbureaus van Nederland. Ik was daar consultant en bezocht gemeenten voor het uitvoeren van rechtmatigheidscontroles en interne controles. Ik gaf die gemeenten ook adviezen over het beter inrichten van hun werkprocessen rond de bijstandswet. Een heel zelfstandige functie: ik was altijd onderweg en zag mijn collega’s maar heel sporadisch. Erg leuk, maar het begon toch weer te kriebelen. Mijn oog viel op een vacature bij Schulinck, dat toen nog geen onderdeel van Wolters Kluwer was. Ze zochten een vakredacteur met kennis en ervaring. Dat was in 2004 en sindsdien ben ik onderdeel van wat nu het team Participatiewet is.
Wat is er leuk aan jouw werk?
Geen dag is hetzelfde. De wet- en regelgeving verandert voortdurend en dat maakt het werkterrein heel dynamisch. Samen met mijn collega’s ben ik de hele dag bezig om onze gemeenteklanten zo goed mogelijk op de hoogte te houden en te adviseren op het gebied van de Participatiewet en aanverwante wet- en regelgeving. Je ziet dat naast het verstrekken van uitkeringen onder de Participatiewet juist ook re-integratie heel belangrijk is. Ik probeer de brij aan wet- en regelgeving helder en toegankelijk te maken voor degenen die in de uitvoering zitten. Ik heb vaak bewondering voor gemeenten, hoe ze inspelen op de wijzigingen in de wet- en regelgeving: processen moeten worden aangepast, formulieren moeten worden veranderd, medewerkers moeten worden opgeleid… elke wijziging heeft een enorme impact. Wij proberen ze te ondersteunen met onze kennisbanken en onze adviezen.
Wat maakt de Participatiewet interessant?
Niet alleen het dynamische werkterrein vind ik boeiend, ik vind ook de geschiedenis van deze wet heel interessant. Wist je dat we al in 1818 een Armenwet hadden, die kan worden gezien als een voorloper van de bijstand? Wat opvallend is: de levensduur van een wet wordt steeds korter. Dat heeft te maken met sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en de complexiteit van de samenleving. Ik vind het heel interessant om me daarin te verdiepen en ook om de kennis over te brengen op mijn jonge collega’s.
Wat heeft op dit moment jouw speciale aandacht?
Ik ben bezig met een ‘kennisboom’ die niet alleen ziet op bijstandswetgeving, maar ook op bijvoorbeeld de huurtoeslag en de kinderbijslag. Mensen kunnen hun gegevens hierin invullen en krijgen dan te zien waar ze eventueel recht op kunnen hebben. Deze kennisboom zal binnenkort worden gelanceerd.
Wat maakt het werken bij Wolters Kluwer zo leuk?
Binnen de organisatie heb je te maken met verschillende specialismen. Als er een casus is waarbij meerdere rechtsgebieden betrokken zijn, kun je met je collega’s van bijvoorbeeld Wmo of Jeugd sparren over de meest geschikte juridische oplossing. Als de situatie daarom vraagt, proberen we altijd maatwerk te leveren en het geeft veel voldoening als we samen een ingewikkeld probleem kunnen oplossen voor een gemeenteklant. Verder heb ik erg leuke collega’s, waarmee het fijn samenwerken is.
Wat doe je in je vrije tijd?
Ik houd van racefietsen en mountainbiken. Ik ben dol op oude Italiaanse zwart-wit films en op klassieke auto’s. Ik ga geregeld naar klassieke autobeurzen in binnen- en buitenland. Daaraan koppel ik graag een bezoek aan een oude stad. Met vrienden los ik met een glas wijn op een terras de hele wereldproblematiek op.