Als het aan de ministeries van Justitie en Veiligheid (J&V) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ligt, gaat de jeugdbeschermingsketen er in de toekomst anders uitzien. Het scenario dat zij aan de Tweede Kamer hebben gestuurd, beschrijft hoe kind- en gezinsbescherming over vijf tot tien jaar zo georganiseerd zou kunnen zijn dat kwetsbare kinderen en gezinnen veel sneller de passende hulp en bescherming krijgen.
De partijen zien een aantal structurele problemen in de manier waarop de jeugdbeschermingsketen nu is georganiseerd. Zo zijn er meerdere organisaties betrokken bij de kinderen en gezinnen die niet goed op elkaar aansluiten.
Kinderen en gezinnen krijgen daardoor te maken met verschillende professionals en moeten soms steeds opnieuw hun verhaal doen. Doordat meerdere organisaties betrokken zijn, moeten kinderen en gezinnen vaak lang wachten op tijdige bescherming en hulp. Hierdoor kunnen de problemen nog groter worden en kunnen er onveilige situaties ontstaan. Ook zien de ministeries en de VNG dat er te vaak alleen naar het kind wordt gekeken en niet naar de problemen die daarachter liggen in het gezin, zoals psychiatrische problematiek, schulden, verslaving of complexe scheidingen.
Een vast gezicht
In de toekomst willen VWS, J&V en de VNG een lokaal team dat om de kinderen en gezin staat en snel passende hulp verleent. Binnen dat team is er een vast gezicht, een aanspreekpunt. Kinderen en gezinnen hoeven dus niet steeds opnieuw hun verhaal te doen.
Het lokale team staat in contact met een regionaal veiligheidsteam. Daarin zijn functies en veiligheidstaken van Gecertifieerde Instellingen, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming samengebracht. Dit team beschikt over de expertise voor veiligheidsvraagstukken. Dicht bij de professionals en gezinnen staat een netwerk van specialisten met kennis van de problematiek bij kinderen, volwassenen en specifieke vormen van geweld.
Er kan zo sneller hulp worden geboden waardoor de situatie van het kind en in het gezin niet onnodig escaleert. Daarnaast vindt er ook geen onnodig tijdverlies plaats, omdat het kind niet meer van de ene naar de andere organisatie en van wachtlijst naar wachtlijst gaat.
Consultatie
Het scenario schets een toekomstbeeld en is nog geen uitgewerkt plan. Er zijn nog dilemma’s en er staan nog vragen open. Vanaf april kunnen alle relevante partijen, waaronder ook cliënten en ervaringsdeskundigen in een consultatie hierover meedenken. De uitkomsten daarvan worden in het najaar naar de Tweede Kamer gestuurd.