Het aantal jongeren dat in een gesloten jeugdzorginstelling is geplaatst, is in 2021 met 14 procent gedaald ten opzichte van 2020. Bij deze instellingen, die zijn bedoeld voor jongeren die zonder behandeling een risico voor zichzelf of hun omgeving vormen, kwamen vorig jaar 1175 nieuwe jongeren binnen. Een jaar eerder waren er volgens Jeugdzorg Nederland 1364 plaatsingen.
Het is het vierde jaar op rij dat het aantal plaatsingen daalt. In 2017 werden nog 1923 jongeren naar een gesloten instelling verwezen.
De brancheorganisatie vindt het een “goede ontwikkeling” dat minder vaak een beroep wordt gedaan op deze zwaarste vorm van jeugdzorg, de zogeheten JeugdzorgPlus. De afgelopen jaren zijn gemeenten en zorgverleners gerichter gaan zoeken naar alternatieven. Dat zal in elk geval een rol hebben gespeeld, denkt Jeugdzorg Nederland.
In totaal zaten vorig jaar 1584 mensen in dit soort instellingen, die omstreden zijn omdat ze jongeren met grote problemen drastisch in hun vrijheid beperken. De brancheorganisatie wil er zelf ook zoveel mogelijk van af. In maart sloten de bestuurders van de JeugdzorgPlus-aanbieders een convenant om de gesloten jeugdhulp te verbeteren door onder andere toe te werken naar meer “kleinschalige alternatieven”. Ook hebben ze afgesproken om alle vrijheidsbeperkende maatregelen terug te dringen.