Vanuit de samenleving en de politiek is er een grote druk om minder gesloten jeugdhulp in te zetten bij jeugdigen of deze anders vorm te geven. Het kabinet pakt hier deels de regie op de jeugdzorg terug. Het doel is dat alle gesloten instellingen in 2025 kleinschalig zijn en dat er vanaf 2030 geen nieuwe plaatsingen in de gesloten jeugdhulp meer zijn. Het aantal jeugdigen in de gesloten jeugdhulp loopt mede door deze druk snel terug. In 2022 waren er de helft minder plaatsingen dan 5 jaar eerder. Op zich een goede ontwikkeling zou je zeggen. Maar dit zorgt ook voor problemen zo geeft Karin Smits, eindredacteur Jeugd van Wolters Kluwer Schulinck aan.
Alle ontwikkelingen zorgen er namelijk voor dat gesloten jeugdhulp voorzieningen verdwijnen. Hierdoor bestaat het risico dat de gesloten instellingen de vraag niet meer aankunnen. Er zijn nu eenmaal jeugdigen die niet zomaar naar huis kunnen of in een open setting kunnen wonen. Ook is er het gevaar dat jeugdigen met complexe problemen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Daarom is het goed dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd toezicht houdt op de af- en ombouw van de gesloten jeugdhulp.
Gesloten jeugdhulp in de huidige vorm kan niet blijven bestaan, daar ben ik het helemaal mee eens. Onderzoeken tonen aan dat de gesloten jeugdhulp niet altijd helpt en soms zelfs schadelijk is voor de jeugdigen. Daar moet snel iets aan worden gedaan. Maar de blik mag niet alleen gericht zijn op het zo snel mogelijk om- en afbouwen van de gesloten jeugdhulpinstellingen. Dit moet op een verantwoorde wijze gebeuren, zodat de jeugdigen de hulp blijven ontvangen die ze nodig hebben. Er moet zorgvuldig gekeken worden naar veilige en passende alternatieven. Dit kost tijd en geld en daar moet in geïnvesteerd worden. Want iedere dag dat een jeugdige moet wachten op passende hulp is een dag teveel.