Het leenstelsel pakt het minst positief uit voor studenten met ouders met middeninkomens. Dat staat in een onderzoek in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg naar de financiële bijdrage van ouders aan hun studerende kinderen.
Volgens het onderzoek van I&O Research onder 900 ouders betreft het met name de groep studenten van wie de ouders gezamenlijk tussen de 49.000 en 69.000 euro verdienen. Zij ontvangen per jaar ruim 700 tot 1200 euro minder aan ouderbijdrage en aanvullende beurs dan hun medestudenten met minder draagkrachtige ouders.
Ook stellen de onderzoekers dat 8 procent van de ouders uit deze groep helemaal niet financieel bijdraagt aan hun kinderen. “Deze groep studenten met ouders met middeninkomens wordt het hardst geraakt. Deze studenten ontvangen in totaal gemiddeld minder en een significant deel ontvangt helemaal geen ouderbijdrage. Aangezien een nominale studie vier jaar duurt, lopen die bedragen flink op”, aldus voorzitter Kees Gillesse van het ISO.
Studenten met minder draagkrachtige ouders hebben recht op een aanvullende beurs, waarvan de hoogte afhankelijk is van het inkomen van hun ouders. Ook staat in het het onderzoek dat studenten met ouders die jaarlijks gezamenlijk meer dan 100.000 euro verdienen gemiddeld substantieel meer financiële ondersteuning ontvangen dan de rest.