De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt nog onvoldoende gebruikt door professionals. Professionals die het instrument wel gebruiken, ervaren meerwaarde. Dat blijkt uit een evaluatie door ZonMw.
De verplichte meldcode, die in 2013 werd ingevoerd, biedt professionals een concreet stappenplan bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Het herkennen van (minder zichtbare) signalen vinden veel professionals lastig. Zo blijkt verwaarlozing bijvoorbeeld moeilijk te herkennen. Ook signalen van andere vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties zoals eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en financiële uitbuiting worden gemist. Terwijl de wet ook voor deze vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties is bedoeld. Nu wordt bij de meldcode vooral vaak gedacht aan kindermishandeling.
Drempel
De onderzoekers merken verder op dat bij professionals verkeerde veronderstellingen bestaan over het gesprek met betrokkene. Dit gesprek ervaren zij daardoor als een drempel om de meldcode te gebruiken. Zo ligt er ten onrechte veel nadruk op het melden bij Veilig Thuis; professionals denken de meldcode en de mogelijke melding al te moeten benoemen in het eerste gesprek. Meer doelgroepgerichte voorlichting aan professionals en het duurzamer borgen van het gebruik binnen organisaties die werken met de meldcode is daarom nodig.
De aanbevelingen van de evaluatie is gericht aan de wetgever, het ministerie van VWS, beroepsgroepen, instellingen en het Landelijk Netwerk Veilig Thuis. Het evaluatierapport is inmiddels aangeboden aan de minister en aan de Tweede Kamer. Deze week is het in het Algemeen Overleg Jeugd aan de agenda toegevoegd.