De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kreeg vorig jaar 240 meldingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener richting een cliënt of patiënt in de zorg en de jeugdhulp. Dat is een derde meer dan in 2021 (180 meldingen). De meeste meldingen kwamen uit de gehandicaptenzorg (50) en de geestelijke gezondheidszorg (50), gevolgd door de eerstelijnszorg (40) en de jeugdhulp (40). Maar ook in de wijkverpleging, verpleeghuizen en in ziekenhuizen komt het voor.
De stijging hoeft niet te betekenen dat er ook meer seksueel grensoverschrijdend gedrag was. De inspectie vermoedt dat het nu eerder gemeld wordt, door de vele aandacht voor het onderwerp. Maar nog steeds is het werkelijke aantal gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag waarschijnlijk veel hoger dan het aantal meldingen.
Het mag niet, het mag nooit
De vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag verschillen: seksueel getinte berichten of opmerkingen, onnodige aanrakingen, onnodige ontkleding of onderzoek, seksueel contact, aanranding of verkrachting.
Ook ‘gewenste’ seksuele intimiteiten waarbij een zorgverlener is betrokken zijn grensoverschrijdend. Want een zorgrelatie is gebaseerd op vertrouwen en veiligheid. Iemand die zorg of hulp nodig heeft is altijd afhankelijk van degene die de zorg verleent. Er is sprake van een scheve machtsverhouding. Daarom is seksuele intimiteit tussen zorgverlener en cliënt nooit toegestaan. Het kan de cliënt ernstig beschadigen en gevolgen hebben voor de zorg. Elke vorm van seksualiteit tussen cliënt en zorgverlener is grensoverschrijdend en valt onder geweld in de zorgrelatie.
Bewustzijn, preventie en interventie
Vaak ligt de nadruk bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op ingrijpen nadat er iets is gebeurd. Ook een oude brochure van de inspectie uit 2016 ging vooral daarover.
Maar erkennen dat seksueel grensoverschrijdend gedrag ook in de zorg voorkomt en daarover praten, helpt om veilige zorgrelaties en vertrouwen in de zorg te houden. Het onderwerp bespreken kan bijvoorbeeld in teamvergaderingen, in personeelsgesprekken of in contact met vertrouwenspersonen.
Sommige zorgverleners vertonen doelbewust seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar meestal ontstaat het niet met een vooropgezette bedoeling. Een zorgverlener komt langzaam in een grijs gebied en neemt schijnbaar onschuldige beslissingen die eindigen in het overschrijden van de grens. De inspectie wil daarom bredere aandacht voor het voorkomen ervan. De nieuwe brochure Het mag niet, het mag nooit van de inspectie legt daar meer de nadruk op.
Rol van de inspectie
Aandacht voor bewustwording en het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag is een onderwerp in gesprekken met bestuurders en zorgaanbieders. Tegelijkertijd blijft de inspectie het handelen beoordelen van een zorgverlener waarover een melding komt. De inspectie stimuleert opleidingen, koepels en beroepsverenigingen om samen bij te dragen aan bewustzijn en preventief beleid. Ook bespreekt de inspectie met het veld wat de beste manier is om de aandacht voor bewustwording, preventie en interventie vast te houden en te vergroten.