Gemeenten zijn druk doende met de uitvoering van het inburgeringsstelsel dat sinds 1 januari 2022 in werking is. Enkele onderdelen van de wet blijken lastig uitvoerbaar in de praktijk. Een van die zaken is de ondersteuning van bijstandsgerechtigde statushouders bij financiële zaken. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft deze signalen ter harte genomen. Gemeenten blijven verplicht om te ontzorgen, maar krijgen meer ruimte om hierin maatwerk toe te passen. Dit schrijft minister Karien van Gennip aan de Tweede Kamer.
Statushouders zijn vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning. Volgens de Wet inburgering 2021 (Wi2021) moeten gemeenten inburgeringsplichtige statushouders in het eerste half jaar dat zij een bijstandsuitkering hebben verplicht ‘financieel ontzorgen’. Dat betekent dat gemeenten vanuit de bijstandsuitkering de huur, zorgverzekering en gas, water en licht betalen voor inburgeraars. Het idee hierachter is dat nieuwkomers zich dan volledig op hun inburgering kunnen richten. Daarnaast hebben gemeenten de taak inburgeraars te begeleiden naar financiële zelfredzaamheid.
Verschillende gemeenten hebben aangegeven dat het financieel ontzorgen soms moeilijk uitvoerbaar is. Voor een deel van de doelgroep werkt het juist averechts, omdat zij al financieel vaardig zijn. Ze ervaren juist meer onrust als de gemeente hun vaste lasten betaalt. Ook blijkt voor een deel van de statushouders begeleiding bij financiële zelfredzaamheid een beter middel te zijn. Uit gesprekken met gemeenten komt naar voren dat de huidige wetgeving te weinig ruimte biedt om maatwerk toe te passen.
Ondersteuning
Dit zijn belangrijke signalen en daarom krijgen gemeenten, vooruitlopend op een wetsherziening, meer ruimte voor de inrichting van financieel ontzorgen. Gemeenten worden niet langer verplicht om de vaste lasten van bijstandsgerechtigde statushouders te betalen. Wel blijft de wettelijke plicht om te voldoen aan het doel van financieel ontzorgen, namelijk voorkomen dat onzekerheid over de financiële positie afleidt van inburgeringsactiviteiten.
Gemeenten kunnen dan de ondersteuning aanpassen aan de individuele situatie. Het verrichten van betalingen vanuit de uitkering is daarbij de standaard. Als bij de brede intake blijkt dat de statushouder al meer zelfredzaam is, kunnen andere vormen van ondersteuning worden ingezet, waarmee gecontroleerd kan worden of iemand aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Het bieden van begeleiding naar meer zelfredzaamheid blijft van belang, zodat na de periode van financiële ontzorging niet alsnog problemen ontstaan. In samenwerking met de VNG en Divosa worden gemeenten ondersteund om dit vorm te geven.
De minister hoopt in het najaar de Kamer te informeren over aanpassing in de wet- en regelgeving over financieel ontzorgen.