Laaggeletterde mensen die Nederlands als moedertaal hebben (NT1’ers) zijn vaak slecht in beeld. Gemeenten, en bijvoorbeeld ook zorgverleners, willen graag toegankelijk zijn. Maar zeker voor Nederlandstalige laaggeletterden lukt dat nog niet goed. Dit blijkt uit onderzoek van Toezicht Sociaal Domein (TSD). De boodschap: zorg dat scholing en ook dienstverlening beter aansluiten op wat zij nodig hebben. Daar liggen nog veel kansen.
In Nederland hebben ongeveer 3 miljoen mensen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Een groot deel van hen is in Nederland naar school gegaan (NT1). Zij spreken de taal goed, maar daardoor schatten mensen hun lees- en schrijfniveau al snel (te) hoog in.
Te groot beroep op basisvaardigheden
Organisaties in het sociaal domein vragen veel van de taalvaardigheden van inwoners. Bijvoorbeeld als zij een regeling willen aanvragen of een afspraak willen maken. Voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven is dit te moeilijk. Terwijl het hier juist gaat om dienstverlening die nodig is om mee te kunnen doen in de samenleving.
‘Het is belangrijk dat professionals mensen verder helpen wanneer zij zien dat zij moeite hebben met lezen en schrijven. Een laaggeletterde neemt zelf meestal niet het initiatief voor taalles.’ – Iemand die moeite heeft met lezen en schrijven
TSD voerde toezichtonderzoek uit in 5 gemeenten en bij het UWV. Het onderzoek ging over NT1’ers van 50 jaar of ouder die een uitkering hebben. Dit is namelijk een relatief grote groep. Alle organisaties die TSD heeft gesproken, vinden de ondersteuning aan mensen die moeite hebben met lezen en schrijven belangrijk. Zij zien dat het nodig is om zich hier blijvend voor in te spannen. In verschillende gemeenten zijn ook mooie initiatieven opgezet.
Scholing en dienstverlening
Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig om juist laaggeletterden die met de Nederlandse taal zijn opgegroeid goed te ondersteunen. In tegenstelling tot mensen met een andere taal volgen maar weinig NT1’ers taallessen. Dat komt omdat ze niet weten dat die lessen bestaan of omdat die niet aansluiten bij hun behoefte. Ook merken medewerkers, bijvoorbeeld van loketten Werk & inkomen, het bij oorspronkelijk Nederlandstalige mensen vaak niet op als zij laaggeletterd zijn. Of ze voelen zich geremd om het onderwerp met een cliënt te bespreken.
Alle organisaties vinden het belangrijk dat hun dienstverlening begrijpelijk is. Maar toch zijn brieven, formulieren en websites vaak te ingewikkeld. Inwoners moeten bijvoorbeeld aanvragen digitaal indienen. Soms is het wel mogelijk om hier telefonisch hulp bij te krijgen, maar wordt hier geen bekendheid aan gegeven. Veel is geregeld op een manier die voor een organisatie het beste werkt. Of inwoners het ook begrijpen staat meestal niet op de eerste plaats.
Betrek laaggeletterden
Werk meer samen met laaggeletterden, is de oproep van TSD. Zij hebben goede ideeën waar nog te weinig gebruik van wordt gemaakt. Bijvoorbeeld hoe je taallessen in een gemeente het beste kunt inrichten. En wat goede manieren zijn om deelnemers voor taallessen te vinden. Ook adviseert TSD dat organisaties vaker samenwerken met leespanels. Die kunnen feedback geven op brieven, formulieren en websites.