De TONK-regeling (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten) wordt veel minder aangevraagd dan verwacht. In sommige gemeenten blijven de aanvragen voor de regeling steken op slechts 10 procent van het verwachte aantal. Dat schrijft het AD. Demissionair minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken betreurt dit. “Dat valt inderdaad een beetje tegen. Zonde”, zegt de minister maandag in de krant.
De TONK-regeling is bedoeld voor mensen die door de coronacrisis hun vaste lasten niet meer kunnen betalen. Volgens Koolmees is de regeling mogelijk te onbekend. Daarnaast zouden aanvragers zich soms schamen. “Onterecht overigens. Meld je nou. De hulp is er”, zegt hij.
Koolmees meent dat de hulp wel degelijk nodig is: “Er zijn mensen die voor geen enkele regeling in aanmerking komen, maar wel hoge woonlasten hebben. Denk aan flexkrachten zonder WW-rechten, zelfstandigen met een werkende partner of mensen met een eigen bedrijfje. Zij vielen tussen wal en schip, maar kunnen via de TONK alsnog geld krijgen om hun lasten te betalen.”
De verschillen tussen gemeenten zijn wel groot. Zo is in Amsterdam al wel 30 procent van het budget uitgegeven. Ook het bedrag dat mensen krijgen, verschilt per gemeente. In Utrecht krijgen aanvragers maximaal 1500 euro, schrijft het AD. In Amsterdam ligt dat bedrag echter vier keer zo hoog.
De minister zegt rond 20 mei te beslissen hoe de steun er na 1 juli uit moet zien. “Het is belangrijk dat we echt voorkomen dat ondernemers en werkenden kopje-onder gaan, terwijl we zó lang mensen met steunpakketten hebben geholpen. Ze hebben gewerkt, kijk maar naar de werkloosheid die laag is gebleven. We moeten zorgen dat mensen goed door de crisis worden geholpen. Die verantwoordelijkheid voel ik zeker”, aldus Koolmees in het AD.